Naar de inhoud

Eigenwoningreserve dient op individueel niveau te worden bepaald

Samenvatting

Belanghebbende heeft met zijn partner – met wie hij een samenlevingscontract had gesloten in 2007 voor € 1.080.000 een woning gekocht. De financiering geschiedde via een hypothecaire banklening, een lening bij de schoonouders en uit eigen middelen. Tussen 2007 en 2012 is ten dele afgelost. Op 12 juni 2012 is de woning in het kader van een verdeling geheel toegedeeld aan de partner. De resterende schulden (€ 480.000 hypotheek en € 100.000 ouders) zijn eveneens geheel aan haar toegedeeld. Belanghebbende en zijn partner hebben verzocht om een beschikking eigenwoningreserve (EWR) met een EWR van nihil voor belanghebbende en van € 310.000 voor de partner. De inspecteur heeft (na bezwaar) de EWR voor belanghebbende vastgesteld op € 101.325. De rechtbank stelt belanghebbende in het gelijk, waarop de inspecteur in hoger beroep gaat. Volgens het hof moet de EWR nihil zijn. Het hof stelt daarbij voorop dat de eigenwoningregeling op individueel niveau moet worden toegepast, dus ook in een geval waarin partners samen een woning verwerven en financieren. Belanghebbende heeft aannemelijk gemaakt dat beide partners zowel bij aankoop van de woning als bij aflossing van de (eigenwoning)schulden niet gelijkelijk hebben bijgedragen. In totaal heeft de partner € 190.000 meer bijgedragen dan op grond van een gelijkelijke verdeling noodzakelijk was. Hierdoor heeft belanghebbende voor € 190.000 een schuld aan zijn partner verkregen. Deze schuld vormt een eigenwoningschuld van belanghebbende. In totaal bedraagt de eigenwoningschuld van belanghebbende nog steeds € 480.000. Bij de verdeling in 2012 is belanghebbende op grond van de eigendomsverhouding gerechtigd…