Naar de inhoud

Kantonrechter Harderwijk 22-02-2000 (Huidekoper), Prg. 2000, 5475

Ontbinding gewichtige redenen. Ontbinding gewichtige redenen verzoek werknemer. Functiewijziging. Beoordeling. Goed werkgeverschap. Schadeloosstelling (C=1).

Een Duitse producent van bakkerijgrondstoffen verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een 44-jarige werknemer, bijna 20 jaar in dienst, salaris NLG 14.226,08 bruto per maand (inclusief provisie). De werknemer, die na een aantal reorganisaties is opgeklommen tot sectorhoofd ambachtelijke bedrijven, in welke functie hij leiding geeft aan zeven personen, weigert in te gaan op een voorstel van de werkgever om een nieuw op te zetten sector te gaan leiden. Hoewel zijn salaris en provisie zijn gegarandeerd, dient de werknemer zijn provisie na een jaar terug te verdienen, omdat anders zijn betrekking overwogen zou worden. De president in kort geding veroordeelt de werkgever tot tewerkstelling in zijn oude functie doch de werkgever weigert hiertoe over te gaan en gaat in hoger beroep en verzoekt daarnaast ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De werkgever stelt geen vertrouwen meer te hebben in de werknemer omdat hij groepsvorming in de hand heeft gewerkt en eigenmachtig optrad. De werknemer verzoekt eveneens ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een vergoeding van NLG 597.495,36 (C=2) bruto. De kantonrechter stelt dat de arbeidsovereenkomst moet worden ontbonden. Er is echter geen sprake van een dringende reden. Ook al zou de werknemer mondeling met het voorstel hebben ingestemd, dan nog diende de werkgever zich als goed werkgever te realiseren dat de werknemer niet in korte tijd de zeer ingrijpende gevolgen kon overzien en is het in strijd met de redelijkheid en billijkheid de werknemer aan zijn instemming te houden. Hieraan doet niet af dat de werkgever op grond van art. 7:660 BW werkinstructies met betrekking tot de werkzaamheden kon geven noch het bepaalde in de arbeidsovereenkomst, op grond waarvan de werknemer geen aanspraak had op een bepaald soort werk. Het begrip arbeid in art. 7:660 BW kan niet worden opgerekt tot buiten het terrein van de overeengekomen arbeid. Met betrekking tot de klacht over werknemers disfunctioneren, overweegt de kantonrechter dat geen formele functionerings- en/of beoordelingsgesprekken hebben plaatsgevonden, noch is werknemer schriftelijk op de hoogte gebracht van de wijze waarop hij diende te functioneren. Wel is door middel van schriftelijke documenten komen vast te staan dat de werknemer de werkgever heeft benadeeld door zijn verkopers met duurdere auto's uit te rusten dan was toegestaan. Eén en ander is aanleiding de vergoeding vast te stellen op NLG 346.000,-- bruto (C=1).