Naar de inhoud

Kostenvergoeding voor gegrond bezwaar ondanks niet reageren op vooraankondiging

Samenvatting

Belanghebbende heeft aangifte BPM gedaan ter zake van de registratie van een personenauto. In de aangifte is uitgegaan van een gecombineerde CO2-uitstoot van 299 gr/km. Volgens de aan de inspecteur ter beschikking staande gegevens van de RDW heeft de auto een gecombineerde CO2-uitstoot van 338 gr/km. De inspecteur bericht belanghebbende daarom dat hij voornemens is een naheffingsaanslag op te leggen en stelt belanghebbende in de gelegenheid te reageren indien hij het daarmee niet eens is. Belanghebbende heeft niet gereageerd. De inspecteur legt vervolgens de naheffingsaanslag op. In bezwaar overlegt belanghebbende het Certificaat van Overeenstemming, waaruit een gecombineerde CO2-uitstoot van 299 gr/km blijkt. De inspecteur vernietigt daarop de naheffingsaanslag. In geschil is of belanghebbende recht heeft op vergoeding van de kosten van bezwaar. Volgens Hof Den Bosch (28 mei 2015, nr. 14/00449, NTFR 2015/2125) is geen sprake van een aan de inspecteur te wijten onrechtmatigheid, aangezien door het niet reageren op het voornemen tot naheffen de inspecteur niets anders restte dan het opleggen van de naheffingsaanslag. De Hoge Raad oordeelt echter dat belanghebbende wel aanspraak heeft op vergoeding van de bezwaarkosten. De aangifte van belanghebbende was immers juist. De naheffingsaanslag was inhoudelijk fout aangezien het daaraan ten grondslag liggende gegeven van de RDW onjuist was. Het opleggen van de naheffingsaanslag is het gevolg geweest van een aan de RDW te wijten onjuiste registratie, die voor de toepassing van art. 7:15, lid 2, Awb voor risico van de inspecteur komt. De omstandigheid dat belanghebbende niet heeft gereageerd op de vooraankondiging…