Naar de inhoud

Recht op proceskostenvergoeding hoewel fout met één telefoontje had kunnen worden opgelost

Samenvatting

Nadat belanghebbende beroep had ingesteld, is de heffingsambtenaar alsnog tegemoetgekomen aan de bezwaren van belanghebbende. Het beroep is vervolgens ingetrokken met een verzoek om een proceskostenveroordeling. Rechtbank Gelderland ziet aanleiding om de heffingsambtenaar met toepassing van art. 8:75 en art. 8:75a Awb in de proceskosten te veroordelen. Daaraan doet niet af dat sprake is van een fout die met één telefoontje opgelost had kunnen worden. Dat ontneemt belanghebbende niet het recht om beroep in te stellen. Wel past de rechtbank een wegingsfactor toe van 0,25 omdat sprake is van een zeer lichte zaak. Het beroep ziet namelijk uitsluitend op een vergeten element van de kostenvergoeding in bezwaar.

(Verzoek gehonoreerd.)

Commentaar

Bij intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, kan het bestuursorgaan op verzoek van de indiener worden veroordeeld in de proceskosten. De uitwerking van de wettelijke regeling is neergelegd in het BPB. Voor vergoeding komen in aanmerking de in art. 1 BPB omschreven kostenposten. Uitsluitend ten aanzien van de kostenvergoeding van de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand oordeelt de Hoge Raad dat deze ambtshalve door de rechter kan worden toegekend mits maar uit de procedure naar voren komt dat een derde beroepsmatig rechtsbijstand heeft verleend (HR 14 juli 2006, nr. 42.477, NTFR 2006/1011; HR 13 maart 2007, nr. 42.794, NTFR 2007/582; HR 6 april 2007, nr. 42.535, NTFR 2007/637).

In bezwaar heeft belanghebbende verzocht om een proceskostenvergoeding. Nu in de uitspraak op bezwaar niets…