Vaarwel 2019 en welkom 2020

Vaarwel 2019 en welkom 2020
8 januari 2020

Aangekomen bij het einde van het jaar, neem ik even de tijd om de balans op te maken van het jaar 2019 en u een vooruitblik te geven op het jaar 2020. Het einde van het jaar maakt altijd een beetje weemoedig, geeft een besef van het verglijden der jaren, maar maakt ook weer benieuwd naar het nieuwe jaar. De terugblik geeft tevens aan hoeveel er op fiscaal gebied het afgelopen jaar weer is gebeurd. Wie zou nog willen beweren dat de fiscaliteit saai is? Het belastingrecht is voortdurend in beweging en is daarmee ook een vertaling van de dynamiek van allerlei fiscale ontwikkelingen. Hetgeen hierna is opgenomen is daarvan slechts een selectie, die uiteraard geheel voor rekening van de auteur komt.

De Toeslagenaffaire. Exit staatssecretaris Menno Snel

Op woensdag 18 december 2019 gebeurde het in veler ogen onvermijdelijke. Staatssecretaris Menno Snel van Financiën trad af vanwege de Toeslagenaffaire.  Dat is wat mij betreft dé fiscale gebeurtenis van het jaar 2019. Het roept een beeld op van een staatssecretaris die de Belastingdienst niet in de greep heeft, maar bovenal ook van het grote cultuurverschil tussen de staatssecretaris en diezelfde Belastingdienst.
De druppel die de (politieke) emmer deed overlopen waren de dossiers die door de Belastingdienst aan toeslagouders werden toegezonden, waarvan het overgrote deel bestond uit zwartgelakte pagina’s. Onbegrijpelijk dat zoiets kan gebeuren en dat niemand, noch de ambtelijke top van de Belastingdienst noch de staatssecretaris, heeft bedacht dat dit tot een golf van kritiek zou leiden. Niemand die heeft gedacht: nee dat moeten we op deze manier toch maar niet doen. Het roept een beeld op van een staatssecretaris die de Belastingdienst niet onder controle heeft, die gebrek heeft aan een politieke antenne. En het roept ook een beeld op van een Belastingdienst waarbij de menselijke maat ontbreekt. Wie heeft er onder deze omstandigheden nog zin om in het jaar 2020 staatssecretaris van Financiën te worden? Dat er nog meer toeslagenaffaires zullen komen lijkt op voorhand al vast te staan.
De Toeslagenaffaire kent in mijn ogen zowel verliezers, daders als schuldigen. Verliezers zijn in de eerste plaats de ouders waarvan de toeslag door de Belastingdienst onterecht is teruggevorderd en die daardoor in financiële problemen zijn gekomen. Schuldig is de politiek, de leden van de Eerste en Tweede Kamer, die wel voortdurend roepen wat er mis is, maar vervolgens niet tot daden overgaan door het stelsel ingrijpend te vereenvoudigen en fraudebestendig te maken. In mijn ogen moeten de toeslagen niet aan betrokkenen worden uitbetaald maar aan de betrokken dienstverleners. Daders zijn degenen die zich schuldig hebben gemaakt aan toeslagenfraude, een vorm van fraude waarvan de indruk bestaat dat deze grote vormen heeft aangenomen. In deze digitale wereld, waarbij de Belastingdienst zich achter een digitale muur heeft verborgen, wordt frauderen wel heel makkelijk gemaakt als door middel van een digitaal formulier en enkele muisklikken een toeslag kan worden verkregen.
Schuldig zijn echter ook die medewerkers van de Belastingdienst die in een tunnelvisie allerlei toeslagendossiers per definitie hebben gezien als fraude en daarnaar hebben gehandeld. Vervolgens was men blind voor andere signalen. De imagoschade voor de Belastingdienst is groot. Het roept ten onrechte in de publieke opinie het beeld op dat de Belastingdienst in zijn geheel, institutioneel, een hardvochtig ambtelijk apparaat is dat geen mededogen kent en ten onrechte terecht ontvangen toeslagen en niet-verschuldigde belastingen invordert. Ik ga er daarbij echter nog steeds van uit dat dit incidenten zijn. Weliswaar zeer kwalijke incidenten, waarvan elk van dit soort er een te veel is, maar desalniettemin incidenten. Het merendeel van de medewerkers van de Belastingdienst is integer en maakt zich niet aan dit soort praktijken schuldig.
Ik zou menen dat uit de toeslagendossiers een waaier van gevallen naar voren zal komen, variërend van daadwerkelijke fraudegevallen, fouten bij het invullen van toeslagenformulieren, te late meldingen, tot burgers die volstrekt onschuldig zijn. Bovendien is het hele toeslagensysteem gebaseerd op het idee dat de burger digitaal vaardig is en eigener beweging allerlei mutaties aan de Belastingdienst doorgeeft. Maar dat is voor een aanzienlijke groep burgers aan de onderkant van de samenleving helemaal niet het geval. De digitale snelweg is lang niet voor iedere burger begaanbaar. De overheid zou daar veel meer rekening mee moeten houden.
Op 10 december 2019 is er een motie aangenomen in de Tweede Kamer waarbij de regering-Rutte III wordt verzocht om diverse varianten uit te werken ter vervanging van het huidige toeslagenstelsel. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om alternatieve inkomensafhankelijke arrangementen, (uitkeerbare) heffingskortingen, decentralisatie van toeslagen en/of verhoging van het wettelijk minimumloon en uitkeringen. Ook in het jaar 2020 zal het toeslagendossier dus hoog op de politieke agenda staan.

De dga-rekening-courantmaatregel

In de Aanbiedingsbrief van een achttal fiscale wetsvoorstellen die op 18 september 2018 aan de Tweede Kamer werd aangeboden, werd een bijzondere en voor velen onverwachte maatregel aangekondigd. Ultimo 2015 leenden ruim 225.000 ab-houders meer dan € 51 miljard van hun eigen vennootschap. Een enorm bedrag dat tevens de dimensie van het probleem aangeeft.

Dit is het eerste deel van een NTFR Opinie geschreven door prof.mr. G.T.K. Meussen. De volledige opinie kunt u hier inzien. Deze Opinie is opgenomen in NTFR nummer 1-2 van 9 januari 2020 (NTFR 2020/1).