Het is wel weer even stil over... vernieuwing

Het is wel weer even stil over... vernieuwing
23 juni 2022

Afgelopen week zat ik met een goede vriendin te mijmeren over het moment dat wij elkaar voor de eerste keer hadden ontmoet. We moesten weer diep nadenken en kwamen terecht op een mooie zonnige medezeggenschapsdag in het Twentse landschap. We bleken al regelmatig te hebben gebeld en gemaild, maar hadden elkaar nog nooit fysiek ontmoet. En wat haar was bijgebleven was mijn betoog over ‘authentieke medezeggenschap’. En dat was voor mij weer een term die ik lange tijd niet had gehoord.

Het is alweer meer dan 15 jaar geleden dat ik werd gevraagd om in een prijsuitreikingscommissie te zitten rondom vernieuwende medezeggenschap. Dat was op dat moment nog geen discussiepunt. En reeds daarom vernieuwend. We kregen toen een aantal inzendingen te beoordelen. Deze gingen vanuit het thema we gaan beter praten tussen ondernemer en ondernemingsraad, het werken met minder zetels (kernondernemingsraad) tot en met volledig andere overlegstructuren zoals het instellen van zogenoemde ‘raad voor medezeggenschap’. De discussie intern was toen ook; wat zien we als vernieuwing? Moet je het macro zien (zoals de raden voor medezeggenschap) of meer op ondernemersniveau waarbij de verbetering van de overlegrelatie centraal stond.

Inmiddels zijn we weer vele jaren verder en het valt mij op dat inmiddels de discussie ook weer aardig stil is gevallen. Daarbij kan je jezelf afvragen wat het afgelopen decennium discussie over vernieuwing nu concreet heeft opgeleverd? Het teruggaan in aantal zetels (al dan niet genaamd kernondernemingsraad) is vaak meer geboren vanuit bittere noodzaak omdat er te weinig kandidaten zijn dan vanuit een visie op overleg. En verder valt het wel mee. Zo komt het nog maar weinig voor dat een ondernemingsraad bijvoorbeeld zelf gaat opereren als een raad van commissarissen, en het dagelijks bestuur in de vorm van een commissie als feitelijke ondernemingsraad opereert. Om maar een voorbeeld te noemen.

Binnen deze discussie heb ik mij altijd afgevraagd, wat is er mis met authentieke medezeggenschap? Soms gebruikte ik daarbij ook het begrip ‘ambachtelijke medezeggenschap’. We zagen de afgelopen jaren met name een discussie rondom vernieuwen omdat het moet. Stilstand is achteruitgang. Maar wat is er eigenlijk mis met gewoon het voeren van medezeggenschap via de wijze zoals dat ooit is bedoeld?

In mijn ervaring werkt dit vaak toch prima. Waar het wel om gaat is de vraag wat is het probleem dat je wil oplossen? En dan blijkt dit doorgaans meer te liggen in de cultuur van de organisatie. En dat los je niet op door de medezeggenschapstructuur te vernieuwen. Met authentieke medezeggenschap wil ik niet zeggen dat je het soms niet anders hoeft te doen. Maar dat kan bijvoorbeeld ook door middel van het invoeren van informeel overleg. En de teruggang in het aantal zetels zie ik doorgaans ook als een uitvoering van authentieke medezeggenschap en niet als een echte vernieuwing.

Met het invoeren in veel organisaties van het hybride werken zal de discussie rondom het vernieuwen van de medezeggenschap wel weer oplaaien. Dit kan leiden tot onderhoud van de wijze van opereren van medezeggenschap, maar laten we het kind niet met het badwater weggooien. Authenticiteit is ook wat waard.

Opmerkingen