Komen goederen binnen via de Nederlandse havens?

Komen goederen binnen via de Nederlandse havens?
24 augustus 2021

Voorkom vertraging na 1 oktober 2021 door de inzet van het Container Vrijgave Bericht

Er is al best wel veel gecommuniceerd over het Container Vrijgave Bericht (CVB) maar wat zijn nu concreet de stappen die een importeur of vertegenwoordiger moet nemen? Eerlijk gezegd vind ik de berichtgeving hierover toch nog te onduidelijk, dus laten we het eens proberen simpel en met voorbeelden te beschrijven.

Hoe gaat het nu, dus tot 1 oktober 2021?

Goederen die bestemd zijn om te worden gelost in een Nederlandse haven moeten bij de Douane worden ‘aangebracht’. Hiervoor moet uiterlijk op het moment van aanbrengen een aangifte tot tijdelijke opslag (ATO) worden gedaan, want goederen moeten zijn aangebracht voordat de Douane een toestemming tot lossing voor de op de aangifte vermelde goederen kan geven. De rederij/cargadoor/terminal is verantwoordelijk voor het tijdig indienen van deze ATO.

Om het logistieke proces zo min mogelijk te hinderen adviseert de Douane om de aangifte tot tijdelijke opslag reeds voor de aankomst in te dienen. Voor containervaart is dit bijvoorbeeld 72 uur voor aankomst in de haven van lossing. Voor bulk- en/of stukgoed 4 uur voor aankomst.  En voor Shortsea tenminste 2 uur voor aankomst.  Als de aangifte tot tijdelijke opslag binnen deze genoemde termijn bij het douanekantoor van binnenkomst is ingediend dan wordt, tenzij er een controle moet plaatsvinden, stilzwijgend toestemming tot lossing verleend. Als de aangifte tot tijdelijke opslag buiten de termijn wordt ingediend wordt pas toestemming tot lossing verleend nadat de risicoanalyse heeft plaatsgevonden.

De goederen staan van het moment van lossing tot het tijdstip waarop de goederen onder een douaneregeling (bijvoorbeeld invoer of doorvoer) worden geplaatst en afgehaald in tijdelijke opslag. Goederen in tijdelijke opslag mogen uitsluitend onder de door de Douane vastgestelde voorwaarden op door een Douane goedgekeurde en aangewezen plaatsen verblijven.

Voorbeeld: Alle grote haventerminals hebben een vergunning “Ruimte voor tijdelijke opslag (RTO)”. Zo’n RTO is een door de Douane goedgekeurde plaats waar goederen zich in tijdelijke opslag mogen bevinden.


Vanuit het RTO krijgen de goederen hun definitieve douanebestemming. Dit zal in de meeste gevallen plaatsing van de goederen onder de douaneregeling “in het vrije verkeer brengen” of “douanevervoer” zijn of wederuitvoer. De douane noemt dit in haar berichtgeving de “nadere aangifte”. De goederen kunnen nadat ze onder de betreffende regeling worden geplaatst worden afgehaald uit de RTO.

Er wordt op dit moment niet gecontroleerd of de gegevens van de ATO overeenkomen met de gegevens in bijvoorbeeld de invoeraangifte. Alle ATO aangiften moeten echter wel door de douane worden aangezuiverd. Dit gebeurd nu achteraf. In dit proces treden veel mismatches op omdat gewichten of het als “voorafgaand document” vermelde B/L nummer in de invoer aangifte niet overeenkomt met de gegevens in de ATO. Het gevolg hiervan is extra werk, hoop frustraties en een risico op het betalen van boetes.

Wat wordt de werkwijze na 1 oktober 2022?

In alle Nederlandse havens wordt vanaf 1 oktober 2021 stapsgewijs het Container Vrijgave Bericht (CVB) door de Douane ingevoerd. Dit CVB gaat gegevens van de ATO controleren met gegevens uit de aangifte voor binnenkomende niet EU-goederen waarvoor de importeur of zijn vertegenwoordiger verantwoordelijk is, dus de “nadere aangifte”. Wijken gegevens af dan wordt de aangifte afgekeurd en de container niet vrijgegeven. Naast de CVB controle is het ook zo dat een definitieve aangifte niet meer voor het moment van aankomst schip (ATA) gedaan kan worden.

Een indiening voor het ATA moment of een afwijking van de ingediende gegevens ten opzichte van de ATO zal dus een afkeuring van de aangifte tot gevolg hebben, waardoor de lading niet zal worden vrijgegeven en niet kan worden meegenomen.

Dus: Voor 1 oktober 2021 kun je als importeur of vertegenwoordiger een invoer- of douanevervoer ook vóór het aankomst moment van een schip doen, hierop wordt niet gehandhaafd. De Europese wetgeving laat echter niet toe dat een nadere aangifte al wordt gedaan vóór de aankomst van het schip. Na 1 oktober 2021 wordt daarom wel gehandhaafd op het moment van indienen van de nadere aangifte en wordt een nadere aangifte gedaan voor de aankomst van het schip geweigerd met als gevolg dat de goederen niet kunnen worden afgehaald.


De huidige werkwijze leidde tot veel administratieve lasten voor douane en bedrijven, maar door de komst van de brexit is dit nog eens verveelvoudigd. De verschillen (de mismatches) tussen de ATO en de nadere aangifte moeten steeds weer achteraf worden rechtgetrokken. In de praktijk houdt dit in dat de indiener van de ATO, vaak de terminaloperator, veel tijd kwijt is aan het aanzuiveren van zijn ATO’s.

Een nieuwe werkwijze; de Vooraf-aangifte

De douane biedt (ook nu al) de mogelijkheid de nadere aangifte als een vooraf-aangifte in het aangiftesysteem (AGS) te doen. Deze is wat betreft inhoud vergelijkbaar met een normale aangifte ten invoer, maar kan al dertig dagen voordat de goederen aankomen worden gedaan. Op de vooraf-aangifte worden door de douane dezelfde risicoanalyses toegepast als op een normale aangifte. Na aankomst in de haven moet de importeur alleen nog een aanvullend AGS aanbrengbericht verzenden. Hierna worden de goederen vrijgeven en kunnen ze afgehaald worden.

In de praktijk: Na de ATO kun je als importeur of vertegenwoordiger een AGS "vooraf-aangifte" indienen in de aangifteprocedure IM/EU “D" als het een reguliere complete vooraf-aangifte is of een aangifteprocedure IM/EU "E" als het een onvolledige vooraf-aangifte betreft. Er wordt nu door de douane gecontroleerd of er een ATO is en of de in de vooraf-aangifte vermelde gegevens overeenkomen met de gegevens van de ATO. Is alles correct, dan volgt hiervan een bevestiging door de douane aan de indiener/aangever van de nadere aangifte in de vorm van het AGS bericht:

  • “DMSRCV; aangifte is gecontroleerd en niet voor controle geselecteerd”
  • “DMSDOC; overleggen bescheiden” of
  • “DMSCTL; Goederen dienen na aankomst te worden gecontroleerd”

Na aankomst van het schip dienen de eventueel nog aanvullende ontbrekende gegevens te worden ingezonden en moet de douane in kennis worden gesteld dat de goederen zijn aangekomen door het bericht “Aankomst goederen” en zal de aangifte zijn normale gang vervolgen (vrijgave of fysieke inspectie).


En nu? De nieuwe situatie bespreken met je partners!
Door gebruik te maken van de vooraf-aangifte voorkom je eventuele vertragingen. De gegevens worden al op een eerder moment gecontroleerd en er is na aankomst de zekerheid dat de container middels het CVB ook direct wordt vrijgegeven. De meeste douanesoftwareleveranciers bieden de mogelijkheid om vooraf-aangiften te doen. Ben je niet zeker, neem dan tijdig contact op met je softwareleverancier om dit in te richten. Helemaal mooi is het als de aangiftesoftware gekoppeld is aan Portbase, zodat je geïnformeerd wordt over de aankomst van het schip en het AGS Invoer bericht “Aankomst goederen” al dan niet volautomatisch kan worden ingezonden.

Het is van belang dat de aangifte voor tijdelijke aangifte (OTA) en die voor nadere aangifte (bijvoorbeeld de aangifte ten invoer) met elkaar overeenstemmen. Soms bestaat er onduidelijkheid over wat nu exact het nummer van de voorafgaande regeling is. Neem dus tijdig contact op met degene die de aangifte voor tijdelijke opslag heeft gedaan, zodat beide aangiften overeenstemmen.

Opmerkingen