Vorig jaar maakten wij kennis met het begrip “kwetsbare
verdachte”, opgenomen in artikel 28b Sv. Sinds 1 maart 2017 toetst de politie
bij de aanhouding van een verdachte of hiervan sprake is. Is dat volgens de politie
het geval, dan wordt er, ongeacht de aard en de ernst van het feit, een
advocaat toegevoegd op kosten van de Raad voor Rechtsbijstand. De politie dient
sinds 1 juni 2018 ook te beoordelen of er bij het doen van aangifte sprake is
van een “kwetsbaar slachtoffer”. Dit beoordelen en beschermen komt voort uit de
Richtlijn 2012/29/EU: ‘Minimumnormen voor slachtoffers’. In het Besluit slachtoffers van strafbare feiten (hierna: het Besluit) worden hierover nadere regels gesteld.
Individuele beoordeling
Artikel 51aa Sv regelt de correcte bejegening van het
slachtoffer. In lid 3 van dit artikel staat opgenomen dat bij algemene
maatregel van bestuur voorschriften gegeven worden betreffende een individuele
beoordeling van het slachtoffer om beschermingsbehoeften vast te stellen en te
onderzoeken of bijzondere maatregelen gewenst zijn (sub b). De individuele
beoordeling van slachtoffers wordt geregeld in artikel 10 van het Besluit. Hierin
is vastgelegd dat de politie tijdens of zo spoedig mogelijk na het eerste
contact met het slachtoffer moet vaststellen of er beschermingsbehoeften zijn
en of maatregelen genomen moeten worden. Dit gelet op de bijzondere kwetsbaarheid
van het slachtoffer voor secundaire en herhaalde victimisatie, vergelding of
intimidatie.
Wanneer is sprake van een “kwetsbaar slachtoffer”?
Artikel 10 lid 2 en lid 3 van het Besluit geven de politie
algemene uitgangspunten bij de individuele beoordeling. De persoonlijke
kenmerken van het slachtoffer moeten meegenomen worden in deze beoordeling.
Denk hierbij aan de leeftijd, geaardheid of ras van het slachtoffer. Daarnaast
dient rekening gehouden te worden met het soort, de aard en de omstandigheden van
het strafbaar feit. Ook dient de politie bijzondere aandacht te schenken aan
een groep specifieke slachtoffers, zoals (1) slachtoffers die aanzienlijke
schade hebben geleden ten gevolge van het strafbare feit, (2) slachtoffers van strafbare
feiten die zijn ingegeven door vooroordelen of discriminatie (of persoonlijke
kenmerken), (3) slachtoffers waarbij een afhankelijkheidsrelatie bestaat met de
verdachte (bijvoorbeeld bij huiselijk geweld).
Welke bijzondere maatregelen kunnen worden genomen tijdens
het voorbereidend onderzoek?
Als vastgesteld is dat een slachtoffer een bepaalde
beschermingsbehoefte heeft, en dus gedefinieerd kan worden als een “kwetsbaar
slachtoffer”, dan bepaalt artikel 11 van het Besluit dat een aantal maatregelen
kan worden genomen. Zo kan een slachtoffer worden verhoord in een aangepaste
speciale ruimte, kan het slachtoffer steeds door dezelfde personen worden
verhoord en/of worden verhoord door personen die hiervoor professioneel zijn
opgeleid. Als sprake is van een slachtoffer van seksueel geweld, gendergerelateerd
geweld of geweld in hechte relaties, worden de verhoren zoveel mogelijk
afgenomen door iemand van hetzelfde geslacht. Deze maatregelen kunnen op basis
van voornoemd artikel zowel in het voorbereidend onderzoek als tijdens het
onderzoek ter terechtzitting worden genomen.
Welke bijzondere maatregelen kunnen nog meer worden genomen
tijdens het onderzoek ter terechtzitting?
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting kan ook gebruik
worden gemaakt van passende middelen waardoor oogcontact tussen het slachtoffer
en de verdachte kan worden vermeden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het afleggen
van een getuigenverklaring door het slachtoffer door middel van een
videoconferentie. Het slachtoffer hoeft daarbij ook niet in de rechtszaal
aanwezig te zijn. Een andere maatregel is dat de rechter behandeling met
gesloten deuren beveelt ex
artikel 269 Sv.
Minderjarig slachtoffer
Net zoals bij de minderjarige verdachte, wordt ervan
uitgegaan dat een minderjarig slachtoffer per definitie kwetsbaar is. Naast
bovenstaande maatregelen, zijn er nog een aantal andere maatregelen die
specifiek voor minderjarige slachtoffers gelden. Zo kan elke ondervraging van
de minderjarige audiovisueel opgenomen worden en vervolgens in het strafproces
als bewijsmiddel worden gebruikt. Ook voorziet artikel 14 van het Besluit in
maatregelen als er een belangenconflict is tussen de minderjarige en de
personen die het ouderlijk gezag hebben. Dan bevestigt het Besluit dat de
artikelen 1:250 BW en 51c Sv van overeenkomstige toepassing zijn, te weten dat er
een bijzonder curator kan worden benoemd en dat het recht op bijstand en
vertegenwoordiging door een advocaat toekomt aan de minderjarige.
Aanbeveling
Bijstand van Slachtofferhulp kan voor een slachtoffer een waardevolle
toevoeging zijn in het proces, hetgeen ook wettelijk gewaarborgd is in artikel
51aa lid 1 Sv. Met de komst van het Besluit worden handvaten gegeven aan de politie,
het Openbaar Ministerie en Slachtofferhulp Nederland om samen te werken aan de
bescherming van kwetsbare slachtoffers. Uiteraard is het nog te vroeg om iets
zinnigs te kunnen zeggen over de uitwerking van het Besluit in de praktijk,
maar het idee is goed. Wel heb ik nog één aanbeveling.
Een slachtoffer kan zich op basis van artikel 51c Sv ook
laten bijstaan door een advocaat. Dit is in beginsel op eigen kosten. Enkel in
het geval sprake is van een ernstig gewelds- of een zedenmisdrijf vergoedt de
Raad voor Rechtsbijstand nu de kosten van een gespecialiseerd slachtofferadvocaat.
In mijn overtuiging dient een, door de politie gekwalificeerd, ‘kwetsbaar
slachtoffer’ hiervoor ook in aanmerking te komen.
In het voorstadium is het van belang dat juridische
ondersteuning wordt verleend. De beschermende maatregelen kunnen dan (juist)
worden toegepast. Ook kan in het voorstadium, als de zaak zich daarvoor leent,
herstelbemiddeling worden onderzocht. Een advocaat kan hierin een belangrijke
rol spelen. Het zou toch zonde zijn als dat blijft liggen. Dan zijn die
beschermende maatregelen (uiteindelijk) misschien niet eens meer nodig. Bovendien
geldt dat uitleg en helderheid over het juridische proces ook (latere) frustratie
en onbegrip bij het slachtoffer kan voorkomen, hetgeen weer een uitwerking kan
hebben op het verloop van het strafproces.
Wat de zaak of de omstandigheden ook zijn, het “kwetsbaar slachtoffer”
verdient één aanspreekpunt en iemand die zich inzet voor de juridische belangen
van hem of haar, zeker op momenten dat hij of zij de gevolgen niet zelf kan
overzien.
Kwetsbare personen in het strafproces
14 juni 2018
Opmerkingen