Naar de inhoud

1. Eigenrisicodragen WGA, 1.21. Regresrecht eigenrisicodrager(Ziekte en re-integratie)

Deze paragraaf is bijgewerkt tot 25 januari 2016

Het UWV heeft een wettelijk regresrecht voor de kosten van de uitkering en overige kosten op degene die naar burgerlijk recht verplicht is de schade te vergoeden aan de persoon die recht heeft op een WIA-uitkering (art. 99, lid 1, WIA). De eigenrisicodrager treedt voor het uitvoeren van regres in de plaats van het UWV (art. 99, lid 3, WIA).

De rechter moet bij het vaststellen van de schadevergoeding rekening houden met de aanspraken die de WIA-uitkeringsgerechtigde op grond van de WIA heeft. Vervolgens kan de eigenrisicodrager (net als het UWV) zelfstandig de door hem gemaakte kosten op de schadeplichtige verhalen. Omdat het regresrecht van de eigenrisicodrager in het verlengde ligt van de schadevergoedingsvordering van de verzekerde, is dit verhaal aan een maximum gebonden. Dit wordt gedaan door een fictie op te nemen dat de eigenrisicodrager niet méér kan verhalen dan het bedrag dat de uitkeringsgerechtigde zou kunnen vorderen als de desbetreffende sociale verzekering niet zou hebben bestaan. Dit maximum wordt het civiel plafond genoemd. Om de hoogte van het regres te kunnen vaststellen, moet de rechter dus eerst de hoogte van de schadevergoeding van het slachtoffer vaststellen zoals die zou zijn geweest als er geen sociale verzekeringen waren geweest. De rechter gaat er dan van uit dat in die situatie het slachtoffer een schadevergoeding ontvangt van degene die aansprakelijk is. Aangezien dergelijke uitkeringen in het algemeen niet aan de heffing van belasting en sociale verzekeringspremies onderworpen zijn, gaat het bij het maximaal verhaalbare bedrag om een nettobedrag.

De eigenrisicodrager kan in plaats van de periodieke uitkeringen, de contante waarde daarvan vorderen (Regeling…