1. Loonwaarde bepalen, nieuw loon vaststellen(Ziekte en re-integratie)
Deze paragraaf is bijgewerkt tot 26 januari 2016 door mr.dr. P.H. Burger
1.1. Algemeen
Na afloop van de loondoorbetalingsverplichting bij ziekte moet de loonwaarde van de arbeid die wordt verricht, worden bepaald.
Loonwaarde vaststellen
Wanneer een werknemer 104 weken arbeidsongeschikt is geweest, is het recht op loondoorbetaling op grond van art. 7:629 BW verstreken. Wanneer de werknemer passende werkzaamheden verricht, zal daarvoor loon moeten worden betaald en dus een loonwaarde voor die werkzaamheden moeten worden bepaald. Tot 2005 was het UWV op grond van de Wet REA verantwoordelijk voor het vaststellen van de loonwaarde van de arbeid wanneer deze na het doorlopen van 104 weken ziekte werd verricht. Sindsdien is het aan werkgever en werknemer overgelaten na afloop van de loondoorbetalingsverplichting de loonwaarde vast te stellen.
Wel vindt over dit onderwerp overleg plaats tussen het UWV en de werkgever in het kader van de zogenoemde poortwachterstoets en wordt soms in overleg bepaald welke loonwaarde kan of zou moeten worden toegekend. In het kader van de beoordeling door UWV of een voldoende re-integratieresultaat is bereikt, komt namelijk relevantie toe aan de bepaalde loonwaarde. Is de loonwaarde van de verrichte passende arbeid minder dan 65%, dan is in beginsel geen sprake van een bevredigend re-integratieresultaat. Tevens kan de loonwaarde die wordt vastgesteld van belang zijn voor de bepaling van de mate van arbeidsongeschiktheid in het kader van de WIA. Wanneer deze namelijk hoger ligt dan de loonwaarde die op basis van een theoretische schatting kan worden bepaald, dan wordt bij de schatting van deze feitelijke…