1. Re-integratieverplichting en reorganisatie, 1.1. Algemeen(Ziekte en re-integratie)
Deze paragraaf is bijgewerkt tot 22 februari 2016
Wanneer sprake is van een reorganisatie doet dit niet af aan de verplichting van de werkgever tot re-integratie: ook dan moet de werkgever de re-integratie van zieke werknemer bevorderen. Gedurende de eerste 104 weken van arbeidsongeschiktheid is immers een opzegverbod van toepassing, tenzij sprake is van een bedrijfssluiting. Dit maakt dat opzegging van het dienstverband tijdens ziekte vanwege de reorganisatie niet mogelijk is. Ook ontbinding van de arbeidsovereenkomst is niet mogelijk, nu een kantonrechter niet mag ontbinden indien sprake is van verval van arbeidsplaatsen en een opzegverbod van toepassing is (art. 7:671b, lid 2 en 6, BW). De werkgever dient dus te wachten met het ontslag van de zieke werknemer tot hij is hersteld, dan wel succesvol is gere-integreerd of de loondoorbetalingsverplichting en het opzegverbod zijn verstreken.
Onverminderd gaat het UWV er bij de poortwachterstoets vanuit dat ook in geval van een reorganisatie de re-integratieverplichting van de werkgever moet worden nagekomen. Een werkgever kan dus niet afwachten tot de wachttijd is verstreken, maar riskeert een loonsanctie van een jaar wanneer niets of onvoldoende wordt ondernomen. Dat sprake is van inkrimping van het bedrijf wordt namelijk niet beschouwd als een deugdelijke grond voor het niet bereiken van een re-integratieresultaat. Desnoods moet worden ingezet op spoor 2, dat wil zeggen externe re-integratie.
Wanneer in verband met een reorganisatie een werknemer dan toch ziek uit dienst treedt, zal worden getoetst of de werkgever gedurende het dienstverband voldoende voor de re-integratie van de werknemer heeft gedaan. Eventueel kan een loonsanctie worden opgelegd wanneer dat niet het geval is geweest…