Naar de inhoud

1. Voorwaarden voor het recht op WW: werkloos en voldoen aan de referte-eis, 1.1. Algemeen(Werkloosheid)

Deze paragraaf is bijgewerkt tot 6 januari 2015

Dit thema behandelt de voorwaarden voor het recht op WW. De werknemer moet werkloos zijn. Dat houdt in dat er sprake moet zijn van arbeidsurenverlies en beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt (art. 16 en art. 1a WW). Ook moet de werknemer voldoen aan de referte-eis, de wekeneis (art. 17 t/m 17b WW).

Werkloos

De eerste voorwaarde voor een recht op WW-uitkering voor een werknemer is dat hij werkloos is. Een werknemer is werkloos als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a. Er moet sprake zijn van een arbeidsurenverlies van een bepaalde omvang, inclusief uren met betaling van inkomen uit arbeid.

b. De werknemer moet beschikbaar zijn om arbeid te aanvaarden.

Arbeidsurenverlies

Bij de vaststelling van het arbeidsurenverlies zijn de volgende aspecten van belang:

  • Het arbeidsurenverlies moet een minimumomvang hebben, wil het arbeidsurenverlies relevant zijn voor de WW. Een relevant urenverlies treedt in bij een verlies van gemiddeld ten minste vijf uur of bij een verlies van ten minste 50% van de arbeidsuren per kalenderweek (art. 16, lid 1, WW).

  • Het arbeidsurenverlies per kalenderweek wordt berekend over een referteperiode van 26 weken (art. 16, lid 2, WW). Voor de berekening van de periode van een week wordt de maandag als eerste dag van de kalenderweek beschouwd (art. 16, lid 7, WW).

  • Alleen uren als werknemer tellen mee bij de berekening van het arbeidsurenverlies (art. 16, lid 2, WW).

  • Bij opeenvolgend urenverlies binnen korte tijd gelden afwijkende regels (art. 16, lid 3, WW en…