4. Acceptatieplicht zorgverzekeraars, 4.1. Uitzondering acceptatieplicht(Zorg)
Deze paragraaf is bijgewerkt tot 1 januari 2017
Een zorgverzekeraar heeft geen acceptatieplicht als hij de zorgverzekeringspolis met de verzekeringsplichtige heeft beëindigd als gevolg van wanbetaling en/of opzettelijke misleiding door de verzekerde (art. 8 Zvw). Als die verzekeringsplichtige zich binnen vijf jaar na beëindiging van de zorgverzekering bij dezelfde zorgverzekeraar (die onderdeel uitmaakt van hetzelfde label) meldt, mag deze zorgverzekeraar de verzekerde weigeren. Als de betrokken verzekeringsplichtige zich bij een andere zorgverzekeraar meldt, moet deze zorgverzekeraar wel een zorgverzekeringspolis met hem aangaan. Per 15 maart 2011 is de acceptatieplicht enigszins beperkt (Stb. 2011, 111). In de situatie dat een persoon al bij een andere verzekeraar krachtens een zorgverzekering verzekerd is, hoeft de verzekeraar geen zorgverzekering te sluiten met die persoon (art. 3, lid 4, onderdeel a, Zvw). Het oorspronkelijke doel van deze wetswijziging was te voorkomen dat met name personen met een betalingsachterstand (die om die reden hun verzekering niet mogen opzeggen) tevens een zorgverzekering afsluiten bij een andere zorgverzekeraar (Kamerstukken II, 2009-2010, 32 150, nr. 3). Daarnaast heeft de praktijk uitgewezen dat vooral door gescheiden ouders in de praktijk veelal een dubbele zorgverzekering wordt afgesloten, namelijk door zowel de vader als de moeder (indien het ouderlijk gezag op hen beiden rust) en ten behoeve van hetzelfde kind. Voor de ouders bestaat geen financiële prikkel om het afsluiten van twee zorgverzekeringen naast elkaar na te laten gezien het feit dat voor kinderen tot 18 jaar geen nominale premie verschuldigd is.
Voorts is aan de inwerkingtreding van het beperken van de acceptatieplicht een zogenoemde overgangsbepaling gekoppeld, waarin is geregeld dat van rechtswege…