Naar de inhoud

Afkoopsom lijfrente oud regime was bijdrage-inkomen voor Zvw

Samenvatting

Belanghebbende heeft een lijfrenteverzekering die valt onder het oude regime. Op 1 november 2008 expireert de verzekering. Belanghebbende laat het expiratiekapitaal van € 14.098 ineens uitkeren. De verzekeraar stort het bedrag in 2009 op de rekening van belanghebbende. In de aangifte IB/PVV 2009 geeft belanghebbende deze uitkering aan. De inspecteur merkt de uitkering van het expiratiekapitaal aan als inkomen. Het hof oordeelt dat de inspecteur de uitkering terecht aanmerkt als inkomen voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw. In de IW IB 2001 wordt de afkoopsom van een dergelijke lijfrente als periodieke uitkering aangemerkt. Tot het inkomen voor de bepaling van de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw behoren periodieke uitkeringen.

(Hoger beroep ongegrond.)

Commentaar

In deze kwestie is een tweetal wettelijke regelingen van belang. In geding is de hoogte van het bijdrage-inkomen dat als grondslag dient voor de aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zvw. In art. 43 Zvw is bepaald dat dit inkomen mede omvat de belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen, bepaald volgens de regels van Afdeling 3.5 Wet IB 2001. In casu is het de vraag of laatstgenoemde bepaling van toepassing is op een afkoopsom die betaald is voor een in 1989 afgesloten kapitaalverzekering met lijfrenteclausule. Om deze vraag te kunnen beantwoorden, moet het overgangsrecht van de Wet IB 2001 worden ontrafeld. Ten eerste is daarbij van belang dat het fiscaal kader voor dit soort verzekeringen per 1 januari 1992 is gewijzigd in verband met de zogenoemde Brede Herwaardering. Op dat moment is in art. 75 Wet IB 1964 overgangsrecht opgenomen voor deze verzekeringen. Op basis van deze overgangsbepaling bleven in beginsel de fiscale regels van toepassing zoals die…