Art. - Aansprakelijkheid en verzekering bij bruikleen van kunst
Wanneer een museum een kunstwerk van een derde (vaak een ander museum of een particulier) tentoonstelt, gebeurt dat normaalgesproken op basis van bruikleen. Dit artikel gaat in op de aansprakelijkheidsrisico’s bij bruikleen van kunst en de wijze waarop met die risico’s in de praktijk wordt omgegaan, in het bijzonder door het afsluiten van een ‘spijker tot spijker’ verzekering. Ook zal worden ingegaan op de bijzondere positie van de rijkscollectie, waarbij in navolging op een recent initiatief vanuit de Tweede Kamer, een ‘niet-verzeker’ model zal worden bepleit.
Wat is bruikleen?
Bruikleen is de overeenkomst waarbij de ene partij (de bruikleengever) aan de andere partij (de bruikleennemer) een zaak, een gedeelte van een zaak of een vermogensrecht tijdelijk en zonder tegenprestatie in gebruik geeft en de andere partij zich verbindt om het geleende terug te geven op het tijdstip dat uit de overeenkomst of de wet voortvloeit (art. 7A:1777 BW). De bruikleennemer wordt geen eigenaar. Het eigenaarsrisico blijft dus bij de eigenaar/bruikleengever.
Op de bruikleennemer rust de verplichting om als een goed huisvader zorg te dragen voor bewaring en behoud van het in bruikleen gegeven voorwerp (art. 7A: 1781 lid 1 BW). De bruikleennemer dient het voorwerp aan het einde van de bruikleen in de juiste staat terug te geven aan de bruikleengever. Doet hij dat niet, dan is hij in beginsel aansprakelijk, tenzij hij kan aantonen dat hij niet is tekortgeschoten in zijn zorgplicht (art. 6:74 BW).1
Zolang de bruikleennemer dus aantoonbaar aan zijn zorgplicht voldoet, loopt hij…