Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over door de rijksbelastingdienst te verstrekken tegemoetkomingen specifieke zorgkosten aan belastingplichtigen met uitgaven voor specifieke zorgkosten als bedoeld in afdeling 6.5 van de Wet inkomstenbelasting 2001.
Belastingplan 2014 [Tekst geldig vanaf 01-01-2017]
[Tekst geldig vanaf 01-01-2017]
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het voor het jaar 2014 wenselijk is een aantal fiscale maatregelen te treffen die voortvloeien uit het regeerakkoord en maatregelen te treffen ter voorkoming van fraude en ontduiking;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel IX
Indien artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar 2015, bij het begin van het kalenderjaar 2016, onderscheidenlijk bij het begin van het kalenderjaar 2017, wordt toegepast, worden, met overeenkomstige toepassing van dat artikel, bij ministeriële regeling eveneens gewijzigd:
bij het begin van het kalenderjaar 2015: de in artikel II, onderdeel K, artikel III, onderdeel D, artikel VI, onderdeel D, en artikel VII, onderdeel D, eerstvermelde bedragen en de in artikel II, onderdeel J, artikel III, onderdeel C, artikel IV, onderdelen A en B, artikel VI, onderdeel C, artikel VII, onderdeel C, en artikel VIII, onderdelen A en B, vermelde bedragen;
bij het begin van het kalenderjaar 2016: de in artikel III, onderdeel D, en artikel VII, onderdeel D, eerstvermelde bedragen en de in artikel III, onderdeel C, artikel IV, onderdelen A en B, artikel VII, onderdeel C, en artikel VIII, onderdelen A en B, vermelde bedragen;
bij het begin van het kalenderjaar 2017: de in artikel IV en artikel VIII vermelde bedragen.
Artikel X
Na toepassing van de artikelen I, II, III, V, VI of VII worden de bedragen in kolom III van de tabel in artikel 2.10, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij ministeriële regeling gewijzigd in de bedragen die na toepassing van die artikelen voortvloeien uit de in de kolommen I en II van die tabel vermelde bedragen en de in kolom IV van die tabel vermelde percentages. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing op de bedragen in kolom III van de tabel in artikel 2.10a, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, op de bedragen in kolom III van de tabel in artikel 20a, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 en op de bedragen in kolom III van de tabel in artikel 20b, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964.
Artikel XVa
Bij een overlijden in de periode van 1 januari 2015 tot en met 29 juni 2015 is artikel 12, eerste lid, eerste volzin, van de Successiewet 1956 niet van toepassing op een schenking als bedoeld in artikel 33a, eerste lid, van die wet, zoals dat luidde op 31 december 2014, voor zover voor die schenking een verhoogde vrijstelling gold.
Artikel XVII
Het aan de ondernemer toekomend recht om de belasting in aftrek te brengen op het tijdstip dat de belasting in rekening is gebracht ter zake van goederen en diensten voor zover deze waren bestemd voor de vervaardiging van een goed als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel b, van de Wet op de omzetbelasting 1968, zoals dat artikel luidde op 31 december 2013, blijft in stand voor zover de ondernemer dit recht al had vóór 1 januari 2014. Deze aftrek wordt herzien bij ingebruikname van de goederen en diensten in de zin van artikel 15, vierde lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968.
Artikel XXXIIId
De uitbetaling en terugvordering van verstrekte tegemoetkomingen specifieke zorgkosten geschieden overeenkomstig de regels die gelden voor de invordering van inkomstenbelasting, met dien verstande dat bij de overeenkomstige toepassing van artikel 24 van de Invorderingswet 1990 een uit te betalen tegemoetkoming specifieke zorgkosten uitsluitend kan worden verrekend met een terugvordering van een tegemoetkoming specifieke zorgkosten.
Artikel XXXIV
De artikelen 10.1 en 10.3, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de artikelen 32bb, negende lid, en 32bc, vierde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 vinden geen toepassing bij het begin van het kalenderjaar 2014.
Bij de toepassing van artikel 10.7, tweede en derde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar 2014 wordt de toepassing van artikel 10.1 van die wet geacht te hebben plaatsgevonden op basis van een tabelcorrectiefactor als bedoeld in artikel 10.2 van die wet van 1.
Artikel XXXV
Artikel 27a van de Wet op de accijns vindt geen toepassing bij het begin van het kalenderjaar 2014 op het bedrag genoemd in artikel 27, eerste lid, onderdeel b, van die wet.
Artikel 90 van de Wet belastingen op milieugrondslag vindt geen toepassing bij het begin van het kalenderjaar 2014 op het bedrag, genoemd in artikel 18 van die wet.
Artikel XXXVI
Ingeval de samenloop van wetten die in 2013 in het Staatsblad zijn of worden gepubliceerd en wijzigingen aanbrengen in één of meer belastingwetten, niet of niet juist is geregeld, of indien als gevolg van die samenloop onjuistheden ontstaan in de aanduiding van artikelen, artikelonderdelen, verwijzingen en dergelijke in de desbetreffende wetten, kunnen die wetten op dit punt bij ministeriële regeling worden gewijzigd.
Artikel XXXVII
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2014, met dien verstande dat:
indien artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar 2015 wordt toegepast: artikel II, onderdelen J en K, eerst toepassing vindt nadat genoemd artikel 10.1 en artikel IX bij het begin van genoemd kalenderjaar zijn toegepast;
indien artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar 2016 wordt toegepast: artikel III, onderdelen C en D, eerst toepassing vindt nadat genoemd artikel 10.1 en artikel IX bij het begin van genoemd kalenderjaar zijn toegepast;
indien artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar 2017 wordt toegepast: artikel IV eerst toepassing vindt nadat genoemd artikel 10.1 en artikel IX bij het begin van genoemd kalenderjaar zijn toegepast;
indien artikel 22d van de Wet op de loonbelasting 1964 bij het begin van het kalenderjaar 2015 wordt toegepast: artikel VI, onderdelen C en D, eerst toepassing vindt nadat genoemd artikel 22d en artikel IX bij het begin van genoemd kalenderjaar zijn toegepast;
indien artikel 22d van de Wet op de loonbelasting 1964 bij het begin van het kalenderjaar 2016 wordt toegepast: artikel VII, onderdelen C en D, eerst toepassing vindt nadat genoemd artikel 22d en artikel IX bij het begin van genoemd kalenderjaar zijn toegepast;
indien artikel 22d van de Wet op de loonbelasting 1964 bij het begin van het kalenderjaar 2017 wordt toegepast: artikel VIII eerst toepassing vindt nadat genoemd artikel 22d en artikel IX bij het begin van genoemd kalenderjaar zijn toegepast;
artikel XIX, onderdeel F, eerst toepassing vindt nadat artikel 81a van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 bij het begin van het kalenderjaar 2014 is toegepast;
indien artikel 90 van de Wet belastingen op milieugrondslag bij het begin van het kalenderjaar 2017 wordt toegepast: artikel XXIV eerst toepassing vindt nadat genoemd artikel 90 bij het begin van genoemd kalenderjaar is toegepast;
de wijziging ingevolge artikel XXVII, onderdeel A, voor het eerst toepassing vindt met betrekking tot berekeningsjaren die zijn aangevangen op of na 1 januari 2011;
de artikelen XXIXA en XXX toepassing vinden voordat artikel II van het Belastingplan 2010 en de artikelen III en IIIbis, onderdelen A, B en C, van het Belastingplan 2011 worden toegepast;
artikel XXXI, onderdeel A, toepassing vindt voordat artikel XXVA van de Wet uitwerking autobrief wordt toegepast;
artikel XXXII toepassing vindt voordat artikel III van de Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013 wordt toegepast.
Artikel XIV, onderdeel B, werkt terug tot en met 29 oktober 2012.
De artikelen I, onderdeel Ea, en XXVIIA, onderdeel C, werken terug tot en met 1 januari 2013.
Artikel I, onderdeel F, en artikel XIV, onderdeel C, werken terug tot en met 1 oktober 2013.
In afwijking van het eerste lid treedt artikel XIA, onderdeel C, in werking op de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.
In afwijking van het eerste lid treedt artikel XIA, onderdelen A, B en D, in werking met ingang van 1 juli 2014.
In afwijking van het eerste lid treden de artikelen XXVII, onderdeel B, onder 1, en XXVIIA, onderdeel E, in werking met ingang van 1 januari 2015.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle Ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Willem-Alexander
De Minister van Financiën,
De Staatssecretaris van Financiën,
De Minister van Veiligheid en Justitie,