In beroep tegen discriminerende BOR

Staatssecretaris Weekers heeft laten weten in beroep te gaan tegen de uitspraak van Rechtbank Breda die half juli stelde dat de vrijstelling voor ondernemingsvermogen in de Successiewet discriminerend is. Gaat de Hoge Raad om, dan zal de Staat naar verwachting EUR 1 miljard per jaar aan inkomsten mislopen.

Uit de beantwoording van Kamervragen van de heer Omtzigt blijkt dat de Belastingdienst het niet eens is met de uitspraak van de rechter. In december 2011 heeft de Hoge Raad in een vergelijkbare zaak, die ook het belastingjaar 2007 betrof, al eens beslist in het voordeel van de Belastingdienst. In die zaak is geoordeeld dat de faciliteit van de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet niet in strijd is met het discriminatieverbod in Europese verdragen zoals wordt gesteld in de uitspraak van Rechtbank Breda.

Een verkrijger die met de uitspraak van Rechtbank Breda in aanmerking denkt te komen voor de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet moet die in zijn aangifte claimen of, als de aanslag nog niet definitief vaststaat, een bezwaarschrift indienen. Als men op basis van de uitspraak een beroep wil doen op de bedrijfsopvolgingsregeling en de aangifte is gedaan maar de aanslag is nog niet opgelegd, dan kan een aanvulling op de aangifte worden gedaan.

De staatssecretaris is niet van plan om de uitspraak algemeen verbindend te verklaren. Het eerdergenoemde arrest van de Hoge Raad van december 2011 is de leidraad bij het regelen van aanslagen schenk- en erfbelasting door de Belastingdienst. Als men een beroep op de bedrijfsopvolgingsregeling wil doen, moet men dit bij aangifte of in een bezwaarschrift doen. De staatssecretaris beraadt zich momenteel op mogelijkheden om bezwaarschriften op een voor de Belastingdienst en belastingplichtigen zo doelmatig mogelijke…