De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van de strafbare feiten behorend tot het domein I Openbare Ruimte, van bijlage A-I van de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar.
Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar gemeente Soest 2013 [Tekst geldig vanaf 22-10-2013 tot 22-10-2018] [Regeling ingetrokken per 2018-10-22]
[Tekst geldig vanaf 22-10-2013 tot 22-10-2018]
[Regeling ingetrokken per 22-10-2018]
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
Gelezen het verzoek van de gemeente Soest van 13 augustus 2013 en de adviezen van de hoofdofficier van justitie bij het arrondissementsparket Midden-Nederland en de korpschef als bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012;
Gelet op:
- –
artikel 142, eerste lid, aanhef en onder b en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;
- –
artikel 36, eerste lid, en artikel 41, tweede lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;
- –
artikel 17, eerste lid, aanhef en onder 2, van de Wet op de economische delicten.
Besluit:
Artikel 3
De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het grondgebied van Nederland, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.
De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeldt in zijn processen-verbaal en schriftelijke verslagleggingen het in het eerste lid genoemde domein.
Artikel 5
Als toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie Midden-Nederland.
Als direct toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef als bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012.
Artikel 6
De teamleider Vergunning en Handhaving van de gemeente Soest brengt jaarlijks, voor 1 april, verslag uit over:
het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam in de in artikel 2 genoemde functie;
de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;
de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.
Dit verslag wordt toegezonden aan de in artikel 5 bedoelde toezichthouder en direct toezichthouder en aan het Ministerie van Veiligheid en Justitie, dienst Justis, afdeling V&T, postbus 20300, 2500 EH Den Haag.
Artikel 7
De individuele akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging en de overige benoemingsbescheiden van de buitengewoon opsporingsambtenaren in dienst van de gemeente Soest in de functie van handhaver Domein I, worden voor de duur van hun geldigheid of tot daarover nader zal zijn beslist, geacht te zijn akten en overige benoemingsbescheiden afgegeven mede op basis van het onderhavige besluit.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Hoogachtend,
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,