De directeur verleent aan elk lid van zijn managementteam dat rechtstreeks onder hem ressorteert, uitsluitend voor zover het gaat om personeelsleden van zijn eigen afdeling, een algemeen ondermandaat, algemene ondervolmacht en algemene ondermachtiging ten aanzien van de bevoegdheden die aan de directeur zijn verleend op grond van artikel 2, eerste en tweede lid van het besluit, met dien verstande dat van het ondermandaat, de ondervolmacht en de ondermachtiging worden uitgezonderd:
de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen inzake de verhoging van salarissen, bedoeld in artikel 5:6 ARK;
de bevoegdheden tot het nemen van beslissingen inzake de intrekking van toelagen als bedoeld in artikel 5:14 ARK;
de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen inzake de toekenning van buitengewoon verlof, bedoeld in artikel 7:11 ARK;
de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen, bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Regeling voorschriften bij ziekte en aanspraken bij overlijden, die als bijlage M aan ARK is toegevoegd;
de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen, bedoeld in artikel 4:10 ARK, voor zover het bedrag der vergoeding gelijk is aan of hoger is dan € 5.000,00;
de bevoegdheden tot het nemen van beslissingen, bedoeld in de artikelen 3:1 tot en met 3:3 ARK;
de bevoegdheden tot het nemen van beslissingen, bedoeld in de artikelen 18 en 19 van de Regeling voorschriften bij ziekte en aanspraken bij overlijden, die als bijlage M aan ARK is toegevoegd;
de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen, bedoeld in artikel 11:1 ARK, voor zover het gaat om beslissingen inzake het aanstellen, benoemen, verplaatsen in dan wel naar een hogere dan formele schaal.