Naar de inhoud

Bij finale kwijting verrekende alimentatierechten zijn terecht in de heffing betrokken

Samenvatting

Belanghebbende en zijn ex-echtgenote waren tot 20 oktober 2008 op huwelijkse voorwaarden gehuwd. Tot de gemeenschap van goederen behoorde de echtelijke woning, die de vrouw voorafgaand aan het huwelijk in eigendom had verworven en waarvoor zij een hypothecaire lening was aangegaan. Na de echtscheiding is belanghebbende in de woning blijven wonen. Op grond van een beschikking van de rechtbank (Rechtbank Noord-Nederland 23 december 2014, nrs. 14/2045 en 14/2046) betaalde de vrouw € 580 alimentatie per maand aan belanghebbende. Daarnaast betaalde zij de kosten en de lasten van de woning. Bij gewijzigde beschikking was de vrouw verplicht een hoger bedrag aan alimentatie te betalen, namelijk € 1.580 per maand. Hiermee was zij het niet eens. Zij heeft vanaf november 2009 geen alimentatie meer betaald en zij heeft verzocht tot verlaging van het laatste bedrag. In het kader van die procedure zijn belanghebbende en zijn ex-echtgenote een vaststellingsovereenkomst aangegaan. Belanghebbende en zijn ex-echtgenote zijn overeengekomen dat zij ter zake van alle jegens elkaar ingestelde vorderingen finaal zijn gekweten, ook ter zake van de door de vrouw aan de man te betalen achterstallige alimentatie. De inspecteur vordert bij belanghebbende het in de aangifte van zijn ex-echtgenote opgenomen bedrag aan afgetrokken alimentatie na. Belanghebbende komt daartegen op. Volgens het hof draagt de inspecteur de bewijslast voor het door hem ingenomen standpunt dat belanghebbende alimentatie heeft genoten (door verrekening van zijn vorderingrechten en verplichtingen uit schulden aan zijn ex-echtgenote). Het hof acht de inspecteur in de levering van het bewijs geslaagd, doordat hij aannemelijk heeft gemaakt dat belanghebbende ten…