Naar de inhoud

Botsende waarden: morele dilemma’s van de rechter

Ruim honderd morele dilemma’s die door cursisten werden ingebracht in de cursus ‘Praktische beroepsethiek’ werden op twee punten geanalyseerd: op welke terreinen van rechterlijk handelen ze zich voordoen en welke waarden erbij betrokken zijn. Het blijken lang niet allemaal echte dilemma’s te zijn, maar er zijn juist interessante verschillen tussen de echte morele dilemma’s en de overige morele vraagstukken. Ook werpt dit licht op het belang van het werken met ‘kernwaarden’ in de Rechtspraak.

Kan ik een café bezoeken dat het rookverbod niet handhaaft? Mag ik een officier op zitting duidelijk maken dat er iets in het dossier ontbreekt? Kan ik processtukken antedateren wanneer alle partijen daarbij gebaat zijn? Dit zijn enkele van de vele ‘morele dilemma’s’ die raio’s en andere deelnemers hebben ingestuurd als voorbereidende opdracht voor de SSR-cursus ‘Praktische beroepsethiek’, onderdeel van de raio- en rio-opleiding. Deze cursus vormt een van de manieren waarop de afgelopen decennia meer aandacht is gekomen voor rechterlijke beroepsethiek. Een ander onderdeel van deze ontwikkeling is het verschijnen van de NVvR-rechterscode waarin aan de hand van zes kernwaarden richtlijnen zijn opgesteld voor het gedrag van de rechter op verschillende terreinen. Deze code komt vanzelfsprekend ook aan bod in de cursus bij het bespreken van de morele dilemma’s. Naar aanleiding van het geven van de cursus in de periode 2011–20151 stel ik mij de volgende vragen: Wat is nu precies een rechterlijk moreel dilemma en hoe onderscheidt zo’n dilemma zich van niet-morele dilemma’s en morele kwesties die geen dilemma vormen…