BPM-berekening: marge of btw?

Iemand koopt in Duitsland een tweedehands BMW uit 2008 voor een bedrag inclusief btw. Dit is een zogenoemde btw-auto. Op grond van de koerslijstwaarde van XRAY bedraagt de handels(inkoop)waarde van de auto als margeauto € 14.075 en als btw-auto € 15.870.

Wanneer u een tweedehands auto importeert, mag u de BPM berekenen over de Nederlandse inkoopwaarde van deze auto. Maar wat is dan de Nederlandse inkoopwaarde van een auto? Is dit de cataloguswaarde van de auto inclusief btw, zoals de inspecteur betoogt? Of is dit de waarde van een margeauto, ofwel de waarde waarvoor u de auto van een particulier zou kopen? De waarde van de btw-auto is in dit geval hoger, de door de inspecteur gewenst BPM-heffing dus ook.

De rechter oordeelt uiteindelijk dat het toch echt gaat om de waarde van een margeauto. Om discriminatie in vergelijking met een binnenlandse auto te voorkomen, moet men namelijk aansluiten bij de laagst denkbare objectief te bepalen waarde, in dit geval de handelswaarde van een margeauto. Als de inspecteur een hogere waarde wil hanteren, moet hij maar tegenbewijs leveren, aldus de rechter. Voor zover bekend, heeft de inspecteur geen hoger beroep ingesteld.

Bron: Rb. Gelderland 13-03-2014, nr. AWB-13_5019 (ECLI:NL:RBGEL:2014:1686)