Cafetariaregeling
Het komt regelmatig voor dat men zoveel mogelijk gebruik wil maken van de fiscale mogelijkheden, maar dat het geen extra geld mag kosten. In dat geval maakt men gebruik van het cafetariamodel. Hierbij komt het er kort gezegd op neer dat de werknemer brutoloon inruilt voor een netto vergoeding. De werknemer steekt het belastingvoordeel in zijn zak, zonder dat het de werkgever geld kost.
In de praktijk wordt het cafetariamodel meestal gebruikt voor de aanschaf van een fiets van de zaak, een fitnessabonnement, reiskosten (bijvoorbeeld een OV-kaart) en de vergoeding van vakbondscontributie. Dit worden de bestedingsmogelijkheden genoemd.
Naar de werkkostenregeling
Hoe ziet dit er nu onder de werkkostenregeling uit? Voor de werkgever en de werknemer verandert er niets als:
-
voor de bestedingsmogelijkheden een gerichte vrijstelling of nihilwaardering van toepassing is;
-
de werkgever de vrije ruimte (1,4% van de loonsom) nog niet volledig heeft benut.
In deze gevallen kan men het cafetariamodel continueren. Wel dient men zich er bewust van te zijn, dat een verlaging van het brutoloon tot gevolg heeft dat de grondslag voor de berekening van de vrije ruimte ook wordt verlaagd. De vrije ruimte wordt weliswaar maar met 1,4% van de verlaging van de grondslag verminderd, maar toch. Stel dat in enig jaar het totale brutoloon dat de werkgever uitbetaald met EUR 20.000 wordt verlaagd als gevolg de uitruil met onbelaste vergoedingen. Doordat de grondslag voor de berekening van de vrije ruimte met EUR 20.000 wordt verlaagd, wordt de vrije ruimte met 1,4% van EUR 20.000 ofwel met EUR 280 verminderd…