Naar de inhoud

Commentaar op Aanbestedingswet 2012 art. 2.143 (Aanbestedingsrecht)


Commentaar is bijgewerkt tot 19-10-2016 door Mr. M. van Rijn en mr. ir. C. Muntinghe en mr. M.R. Küthe en mr. D. Wolters Rückert en mr. H.M. Fahner

Artikel 2.143 Tekst van de hele regeling

1.

Indien een raamovereenkomst met meer dan één ondernemer is gesloten, wordt die raamovereenkomst uitgevoerd op een van de volgende wijzen:

  1. volgens de voorwaarden van de raamovereenkomst, zonder dat de overheidsopdracht opnieuw voor mededinging wordt opengesteld, indien de raamovereenkomst alle voorwaarden bevat met betrekking tot de uitvoering van de betrokken werken, leveringen of diensten alsmede de objectieve voorwaarden ter bepaling van de ondernemers die deze als partij bij de raamovereenkomst zullen uitvoeren, welke objectieve voorwaarden zijn vermeld in de aanbestedingsstukken voor de raamovereenkomst;

  2. deels zonder dat de overheidsopdracht opnieuw voor mededinging wordt opengesteld en deels met een nieuwe aankondiging voor de ondernemers die partij zijn bij de raamovereenkomst, indien de raamovereenkomst alle voorwaarden bevat met betrekking tot de uitvoering van de betrokken werken, leveringen of diensten en de aanbestedende dienst deze mogelijkheid in de aanbestedingsstukken voor de raamovereenkomst heeft vermeld;

  3. door de overheidsopdracht opnieuw voor mededinging open te stellen voor de ondernemers die partij zijn bij de raamovereenkomst, indien de raamovereenkomst niet alle voorwaarden bevat met betrekking tot de uitvoering van de werken, leveringen of diensten.

2.

De aanbestedende dienst maakt de in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde keuze of specifieke werken, leveringen of diensten worden verkregen na een nieuwe aankondiging dan wel rechtstreeks volgens de voorwaarden van de raamovereenkomst op grond van objectieve criteria, die in de aanbestedingsstukken voor de raamovereenkomst zijn opgenomen. In deze aanbestedingsstukken is tevens vermeld welke voorwaarden aan een nieuwe aankondiging kunnen worden verbonden.

3.

Bij de in het eerste lid, onderdelen b en c, bedoelde aankondiging worden dezelfde voorwaarden gesteld als die welke gelden voor de gunning van de raamovereenkomst alsmede, zo nodig, nader gespecificeerde voorwaarden en, in voorkomend geval, andere voorwaarden die zijn vermeld in de aanbestedingsstukken van de raamovereenkomst, overeenkomstig de volgende procedure:

  1. voor elke te gunnen overheidsopdracht raadpleegt de aanbestedende dienst schriftelijk de ondernemers die in staat zijn de opdracht uit te voeren;

  2. de aanbestedende dienst stelt een voldoende lange termijn vast voor de indiening van inschrijvingen voor elke specifieke overheidsopdracht, rekening houdend met elementen zoals de complexiteit van het voorwerp van de opdracht en de benodigde tijd voor de toezending van de inschrijvingen;

  3. de inschrijvingen worden schriftelijk ingediend en de inhoud ervan wordt niet vrijgegeven tot de gestelde indieningstermijn is verstreken;

  4. de aanbestedende dienst kan de overheidsopdracht gunnen aan de inschrijver die op grond van de in de aanbestedingsstukken van de raamovereenkomst vastgestelde gunningscriteria de beste inschrijving heeft ingediend.

4.

De in het eerste lid, onderdeel b, eerste zinsdeel, genoemde wijzen van uitvoering van een raamovereenkomst zijn van overeenkomstige toepassing op elk perceel van een raamovereenkomst waarvoor de voorwaarden met betrekking tot de uitvoering van de werken, leveringen of diensten in de raamovereenkomst zijn vastgelegd, ongeacht de vraag of alle voorwaarden met betrekking tot de uitvoering van de werken, leveringen of diensten in kwestie in het kader van andere percelen zijn vastgelegd.

A: Inleiding

Wat betreft wetsgeschiedenis en jurisprudentie tot heden bijgewerkt.

B: Wetstechnische informatie

Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.

C: Kernproblematiek

Artikel 32 lid 4 van Richtlijn 2004/18/EG schrijft voor dat – indien een raamovereenkomst wordt gesloten met meerdere ondernemers – dit er minimaal drie dienen te zijn, voor zover het aantal ondernemers dat aan de selectiecriteria voldoet en/of het aantal inschrijving dat aan de gunningscriteria voldoet, voldoende groot is. Dat vereiste was voorheen geïmplementeerd in artikel 2.143 lid 1 Aanbestedingswet. Voornoemde voorwaarde is in Richtlijn 2014/24/EU echter vervallen, waarna artikel 2.143 dienovereenkomstig is aangepast. Blijkens de memorie van toelichting kan een raamovereenkomst met meerdere ondernemers voortaan met ten minste twee ondernemers worden gesloten.

In artikel 2.143 Aanbestedingswet is beschreven welke procedure de aanbestedende dienst dient te volgen bij het plaatsen van een nadere overeenkomst onder een raamovereenkomst met meerdere opdrachtnemers.

Indien de voorwaarden voor het plaatsen van nadere overeenkomsten reeds zijn opgenomen in de raamovereenkomst, kan plaatsing van de nadere overeenkomst geschieden zonder nieuwe oproep tot mededinging

Lid 1 sub a: Indien in de raamovereenkomst niet alle voorwaarden voor het plaatsen van nadere overeenkomsten zijn opgenomen, moeten de raamcontractanten opnieuw tot mededinging worden opgeroepen (sub c). Vervolgens vindt een (versimpelde) procedure plaats, met inachtneming van het bepaalde in artikel 2.143 lid 3 sub a t/m d Aanbestedingswet. Sub b biedt een tussenvorm.

Lid 1 sub b biedt de aanbestedende dienst de mogelijkheid om – indien dat in de aanbestedingsstukken is vermeld – specifieke werken, leveringen of diensten, die onder de raamovereenkomst vallen, te laten uitvoeren, hetzij door ze te gunnen aan een van de ondernemers, aangewezen volgens objectieve criteria en op grond van de reeds vastgestelde contractvoorwaarden, hetzij door een specifiek contract voor de uitvoering van werken, leveringen of diensten te gunnen na een minigunningsprocedure (de 'minicompetitie') tussen de ondernemers die partij zijn bij de raamovereenkomst.

Om de transparantie en gelijke behandeling te waarborgen, bepaalt het tweede lid van artikel 2.143 dat de aanbestedende dienst in de aanbestedingsdocumenten objectieve criteria dient op te nemen op grond waarvan hij de keuze voor een van de twee methoden van uitvoering van de raamovereenkomst zal maken. Overweging 61 van Richtlijn 2014/24/EU verduidelijkt dat deze criteria bijvoorbeeld betrekking kunnen hebben op de hoeveelheid, de waarde of de kenmerken van de werken, leveringen of diensten, zoals de behoefte aan een betere service of een hoger veiligheidsniveau, of op prijsontwikkelingen volgens een vooraf bepaald indexcijfer.

Lid vier bepaalt dat indien een raamovereenkomst in percelen is verdeeld, de wijze van uitvoering als opgenomen in het eerste lid, onderdeel b, ook kan worden toegepast op elk perceel waarvoor alle voorwaarden met betrekking tot de uitvoering van de werken, diensten en leveringen in de raamovereenkomst zijn vastgelegd. Het is hiervoor blijkens de memorie van toelichting niet noodzakelijk dat de voorwaarden met betrekking tot de uitvoering ook voor andere percelen van de raamovereenkomst zijn vastgelegd.

D: Jurisprudentie uitgebreid

Bij dit artikel is nog geen belangrijke jurisprudentie aanwezig.

E: Jurisprudentie nieuw

Meest recente jurisprudentie over Aanbestedingswet 2012 artikel 2.143.

F: Literatuurverwijzing

Bij dit artikel is nog geen belangrijke literatuur aanwezig.