A: Inleiding
Dit artikel betreft de implementatie van artikel 12 lid 3 Richtlijn 2014/24/EU. Hier is geen sprake
van een gunning van een overheidsopdracht door één aanbestedende dienst aan een door
hem gecontroleerde rechtspersoon (artikel 2.24a), maar van een gunning door een
aanbestedende dienst aan een door die aanbestedende dienst gezamenlijk met andere
aanbestedende diensten gecontroleerde rechtspersoon. Indien aan de cumulatieve
voorwaarden, opgenomen onder lid 1 van artikel 2.24b, wordt voldaan, kan door
aanbestedende dinsten die deel uitmaken van het samenwerkingsverband een beroep
worden gedaan op de uitzonderingsgrond voor inbesteden.
C: Kernproblematiek
C.1: Eerste lid sub a
De eerste voorwaarde (toezichtcriterium) komt overeen met de voorwaarde genoemd
in artikel
2.24a lid 1 sub a. In afwijking van voornoemd artikel is in dit
artikel echter sprake van gezamenlijk toezicht door meerdere aanbestedende
diensten op de (publiek- of privaatrechtelijke) rechtspersoon als op hun eigen
diensten. Uit de MvT (p. 40) blijkt dat het daarbij niet relevant is dat het
toezicht door de aanbestedende diensten op alle punten hetzelfde is. Bepalend is
dat het toezicht op de gecontroleerde rechtspersoon daadwerkelijk effectief
dient te zijn (Coditel, HvJ EG 13 november 2008,
C-324/07). Het toezichtcriterium is nader uitgewerkt in lid 2.
C.1.1: Eerste lid sub b
De tweede voorwaarde ziet op het merendeelcriterium: meer dan 80% van de
activiteiten van de gecontroleerde rechtspersoon ziet op de uitvoering van
taken die hem door de controlerende aanbestedende diensten of door andere,
door diezelfde aanbestedende diensten gecontroleerde rechtspersonen, zijn
toebedeeld. Uit de MvT (p. 40) volgt dat het percentage wordt bepaald aan de
hand van alle taken die de rechtspersoon voor deze aanbestedende diensten
tezamen uitvoert.
C.1.2: Eerste lid sub c
De derde voorwaarde komt volledig overeen met het bepaalde in artikel
2.24a lid 1 sub c.
C.2: Tweede lid sub a
In lid 2 heeft de wetgever toegelicht wanneer sprake is van gezamenlijk toezicht
als bedoeld in artikel 2.24b lid 1 sub a. De eerste voorwaarde betreft dat de
besluitvormingsorganen van de gecontroleerde rechtspersoon zijn samengesteld uit
vertegenwoordigers van alle deelnemende aanbestedende diensten, waarbij
individuele vertegenwoordigers verscheidene of alle deelnemende aanbestedende
diensten kunnen vertegenwoordigen. Een indicatie dat niet aan deze voorwaarde is
voldaan, is – zo blijkt uit de MvT (p. 40) – als het louter formele deelneming
van een aanbestedende dienst betreft. Het uitgeoefende toezicht mag niet
uitsluitend berusten op de toezichtbevoegdheid van de aanbestedende dienst die
een meerderheidsparticipatie bezit in het kapitaal van de betrokken
rechtspersoon. Aangenomen mag worden dat is voldaan aan het vereiste van
gezamenlijk toezicht als alle betrokken aanbestedende diensten deelnemen in het
kapitaal en deel uitmaken van de bestuursorganen van de gecontroleerde
rechtspersoon (Econord, HvJ EU 29 november 2012,
C-182.11 en Coditel, HvJ EU 13 november 2008,
C-324/07).
C.2.1: Tweede lid sub b
De tweede voorwaarde houdt in dat de aanbestedende diensten in staat zijn
gezamenlijk beslissende invloed uit te oefenen op de strategische
doelstellingen en belangrijke beslissingen van de gecontroleerde
rechtspersoon. In de MvT (p. 41) heeft de wetgever onder verwijzing naar het Coditel-arrest (HvJ EG 13 november 2008,
C-324/07) aangegeven dat een indicatie voor een beslissende invloed kan zijn
het feit dat alleen de controlerende aanbestedende diensten vertegenwoordigd
zijn in het bestuur van de gecontroleerde rechtspersoon en gezamenlijk een
beslissende invloed kunnen uitoefenen op strategische doelstellingen en
beslissingen van de gecontroleerde rechtspersoon. De daarbij gehanteerde
besluitvormingsprocedure is irrelevant.
C.2.2: Tweede lid sub c
Als derde voorwaarde geldt dat de gecontroleerde rechtspersoon geen belangen
nastreeft die in strijd zijn met de belangen van de controlerende
aanbestedende diensten. Als de gecontroleerde rechtspersoon activiteiten
gaat ontplooien die in strijd zijn met de belangen van de controlerende
aanbestedende diensten (bijvoorbeeld door zich op de reguliere markt te
richten), dan kan daarmee de voorwaarde van toezicht als op de eigen
diensten onzeker worden. De gecontroleerde rechtspersoon mag betrekkingen
met private ondernemingen aangaan, mits dit bijkomstig blijft ten opzichte
van de hoofdactiviteit.Voorts heeft de wetgever onder verwijzing naar het Coditel-arrest en het Carbotermo-arrest in de MvT aangegeven (p. 41) dat de gekozen
rechtsvorm van de gecontroleerde rechtspersoon of het feit dat de
controlerende aanbestedende diensten het volledige kapitaal van de
rechtspersoon in handen hebben, op zich niet doorslaggevend zijn bij de
beoordeling of sprake is van toezicht als op de eigen diensten.
C.3: Derde lid
Het percentage genoemd in lid 1 sub b wordt bepaald overeenkomstig het bepaalde
in artikel
2.24a lid 4 en 5.
D: Jurisprudentie uitgebreid
Bij dit artikel is nog geen belangrijke jurisprudentie aanwezig.
E: Jurisprudentie nieuw
Meest recente jurisprudentie over Aanbestedingswet 2012 artikel 2.24b.
F: Literatuurverwijzing
Bij dit artikel is nog geen belangrijke literatuur aanwezig.