Naar de inhoud

Commentaar op Aanbestedingswet 2012 art. 2.28 (Aanbestedingsrecht)


Commentaar is bijgewerkt tot 29-09-2016 door mr. A.M.B. Chao

Artikel 2.28 Tekst van de hele regeling

1.

De aanbestedende dienst kan in de volgende gevallen de procedure van de concurrentiegerichte dialoog toepassen:

  1. met betrekking tot werken, leveringen of diensten die aan een of meer van de volgende criteria voldoen:

    1. 1°.

      er kan niet worden voorzien in de behoeften van de aanbestedende dienst zonder aanpassing van gemakkelijk beschikbare oplossingen;

    2. 2°.

      het betreft onder meer ontwerp- of innovatieve oplossingen;

    3. 3°.

      de overheidsopdracht kan wegens specifieke omstandigheden die verband houden met de aard, de complexiteit of de juridische en financiële voorwaarden of wegens de daaraan verbonden risico’s, niet worden gegund zonder voorafgaande onderhandelingen;

    4. 4°.

      de technische specificaties kunnen door de aanbestedende dienst niet nauwkeurig genoeg worden vastgesteld op basis van een norm, Europese technische beoordelingen, een gemeenschappelijke technische specificatie of een technisch referentiekader in de zin van de punten 2 tot en met 5 van bijlage VII van richtlijn 2014/24/EU;

  2. met betrekking tot werken, leveringen of diensten waarvoor in het kader van een openbare of niet-openbare procedure uitsluitend onregelmatige of onaanvaardbare inschrijvingen zijn ingediend.

2.

In gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, hoeft de aanbestedende dienst geen aankondiging van de overheidsopdracht bekend te maken, indien de aanbestedende dienst tot de procedure uitsluitend alle inschrijvers toelaat die:

  1. niet met toepassing van artikel 2.86 of artikel 2.87 zijn uitgesloten en aan de gestelde geschiktheidseisen voldoen en die

  2. gedurende de voorafgaande openbare of niet-openbare procedure een inschrijving hebben ingediend die aan de formele eisen van die aanbestedingsprocedure voldeed,

mits de oorspronkelijke voorwaarden voor de overheidsopdracht niet wezenlijk worden gewijzigd.

3.

Onregelmatige inschrijvingen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, zijn in ieder geval inschrijvingen:

  1. die niet voldoen aan de vereisten in de aanbestedingsstukken,

  2. die te laat zijn binnengekomen,

  3. waarbij aantoonbaar sprake is van ongeoorloofde afspraken of corruptie, of

  4. die door de aanbestedende dienst als abnormaal laag zijn beoordeeld.

4.

Onaanvaardbare inschrijvingen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, zijn in ieder geval inschrijvingen:

  1. van inschrijvers die niet aan de gestelde geschiktheidseisen voldoen of

  2. waarvan de prijs het door de aanbestedende dienst begrote bedrag, vastgesteld en gedocumenteerd vóór de aanvang van de aanbestedingsprocedure, overschrijdt.

A: Inleiding

Een van de aanbestedingsprocedures die beschikbaar is voor aanbestedende diensten, is de concurrentiegerichte dialoog. Artikel 1.1 van deze wet geeft een definitie van de ‘procedure van de concurrentiegerichte dialoog’. Deze procedure beoogt aanbesteders en gegadigden gelegenheid te geven om vraag en aanbod goed op elkaar aan te laten sluiten, blijkens p. 8 van de MvT. Deze procedure stimuleert de gegadigden om creatieve oplossingen aan te dragen, om te voorzien in de behoeften van de aanbesteder. De aanbestedende dienst kan in overleg treden met verschillende gegadigden, om zo verschillende oplossingsrichtingen te verkennen. Indien de aanbestedende dienst de uitvraag open formuleert, en de eisen functioneel zijn, dan stelt hij daarmee de markt in staat om verschillende oplossingen aan te dragen. Zowel de Europese als Nederlandse wetgever heeft besloten om het toepassingbereik van deze procedure te verruimen en te verhelderen. Hiermee is de regelgeving omtrent deze procedure op een belangrijk en een ter discussie staand punt1 gewijzigd ten opzichte van de oude richtlijn uit 2004 en de Aanbestedingswet zoals deze gold tot 1 juli 2016. In overweging 42 bij Richtlijn 2014/24/EU benadrukt de Europese wetgever dat deze aanbestedingsprocedure de laatste jaren aanzienlijk is benut en nuttig is gebleken bij situaties waarin aanbestedende diensten niet kunnen bepalen wat de markt te bieden heeft (op technisch, financieel of juridisch vlak) of welke oplossingen aan hun behoeften kunnen voldoen. In het bijzonder kan deze procedure geschikt zijn voor innovatieve projecten, omvangrijke computernetwerken dan wel geïntegreerde vervoersinfrastructuurprojecten, of projecten met complexe en gestructureerde financiering. De Europese wetgever voegt in zijn overwegingen ook een praktische noot toe, door aanbestedende diensten te stimuleren een projectleider, gericht op een goede samenwerking tussen gegadigden en de aanbestedende dienstbij de procedure, te benoemen. De procedure van de concurrentiegerichte dialoog is uitgewerkt in onder meer dit artikel en de artikelen 2.29, 2.110, 2.111 en 2.112 van deze wet. Verder is deze aanbestedingsprocedure onder de huidige wetgeving ook beschikbaar voor aanbestedingen door speciale-sectorenbedrijven op grond van artikel 3.34a, waarbij het toepassingbereik overigens niet is beperkt tot de gevallen die zijn vermeld in artikel 2.28 eerste lid.

Hieronder volgt een nadere uitwerking van het toepassingbereik.

1
Zoals ook benoemd in: A.M.B. Chao, 'Via aanbestedingen op zoek naar innovatieve oplossingen: de concurrentiegerichte dialoog en het nieuwe innovatiepartnerschap', Tijdschrift Aanbestedingsrecht 2014, 5, par. 1.5.

B: Wetstechnische informatie

Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de historische informatie bij Artikel 2.28.

C: Kernproblematiek

De aanbestedende dienst kan met betrekking tot werken, diensten of leveringen in een vijftal situaties besluiten de concurrentiegerichte dialoog toe te passen. Het betreft hierbij een limitatieve lijst, bestaande uit de volgende gevallen:

  • er kan niet worden voorzien in de behoeften van de aanbestedende dienst zonder aanpassing van gemakkelijk beschikbare oplossingen;
  • het betreft onder meer ontwerp- of innovatieve oplossingen;
  • de overheidsopdracht kan wegens specifieke omstandigheden die verband houden met de aard, de complexiteit of de juridische en financiële voorwaarden of wegens de daaraan verbonden risico’s, niet worden gegund zonder voorafgaande onderhandelingen;
  • de technische specificaties kunnen door de aanbestedende dienst niet nauwkeurig genoeg worden vastgesteld op basis van een norm, Europese technische beoordelingen, een gemeenschappelijke technische specificatie of een technisch referentiekader in de zin van de punten 2 tot en met 5 van bijlage VII van Richtlijn 2014/24/EU;
  • in het kader van een openbare of niet-openbare procedure zijn uitsluitend onregelmatige of onaanvaardbare inschrijvingen ingediend.

Op grond van artikel 4.1.3 van het Aanbestedingsreglement Werken 2016 is deze beperking in het toepassingsbereik ook van toepassing bij nationale aanbestedingen, zijnde aanbestedingen onder de Europese aanbestedingsdrempel. Het betreft hier, vergeleken met het Aanbestedingsreglement Werken 2012, een inperking van het toepassingbereik bij aanbestedingen onder de drempel.

Uit hoofde van artikel 1.4 eerste lid moet de keuze voor de toe te passen procedure en voor de toe te laten ondernemers op basis van objectieve criteria worden gemotiveerd.

Bij de keuze voor deze procedure zal de aanbestedende dienst zich niet slechts rekenschap moeten geven van de aangehaalde eisen, maar ook van voorschrift 3.4A van de Gids Proportionaliteit. Op grond van dit voorschrift beziet de aanbestedende dienst per opdracht welke aanbestedingsprocedure geschikt en proportioneel is, en slaat daarbij in ieder geval acht op de volgende aspecten: omvang van de opdracht, transactiekosten voor de aanbestedende dienst en de inschrijvers, aantal potentiële inschrijvers, gewenst eindresultaat, complexiteit van de opdracht en type van de opdracht, en het karakter van de markt. De volgende paragrafen duiden de eerder aangehaalde wettelijke eisen, aan de hand van onder meer de Europese en Nederlandse wetsgeschiedenis.

Indien niet reeds een oplossing beschikbaar is voor de aanbestedende dienstop de markt, althans geen gemakkelijk beschikbare oplossingen met een aanpassing, dan is de concurrentiegerichte dialoog beschikbaar. Van gemakkelijk beschikbare oplossingen kan sprake zijn als vele marktpartijen deze aanbieden. Een dergelijke aanpassing mag niet eenvoudig zijn, maar moet aanzienlijk zijn. Indien tailor-made oplossingen nodig zijn om te voorzien in de behoeften van eenaanbestedende dienst, dan kan dit het gebruik van de concurrentiegerichte dialoog rechtvaardigen.

De Nederlandse wetgever gaat op p. 43 van de MvT nader in op mogelijke aanpassingen in het licht van dit criterium. Hij voegt daaraan toe dat een kleine aanpassing onvoldoende zal zijn: ook bij de installatie van standaardsoftware is mogelijk enige aanpassing nodig, maar de aanpassing moet voldoende substantie hebben om de toepassing van deze procedure te rechtvaardigen. De duurzaamheidsdoelstelling van de Nederlandse wetgever komt ook naar voren in de MvT, door aan te geven dat een aanzienlijke aanpassing bijvoorbeeld kan bestaan uit het stellen van hogere duurzaamheidseisen dan gebruikelijk is.

De Europese wetgever heeft, ter nadere concretisering van dit vereiste, een aantal voorbeelden gegeven. Mogelijk is dat aanpassingen benodigd zijn bij complexe aankopen. Denk hierbij aan geavanceerde producten, intellectuele diensten van dienstverleners en grote ICT-projecten. De Nederlandse wetgever voegt daaraan toe, wellicht uit eerdere ervaring, dat ook kleinere projecten complex van aard kunnen zijn.

De toelichting uit de voorgaande twee paragrafen ziet ook op het criterium ontwerp- of innovatieve oplossingen.

De concurrentiegerichte dialoog is beschikbaar als de aanbestedende dienst de opdracht niet kan gunnen zonder voorafgaande onderhandelingen, wegens specifieke omstandigheden die verband houden met de aard, de complexiteit of de juridische en financiële voorwaarden of wegens de daaraan verbonden risico’s. Het kan noodzakelijk zijn dat partijen onderhandelingen voeren om te garanderen dat de levering of dienst ook daadwerkelijk voorziet in de behoeften van de aanbestedende dienst. De benoemde onderhandelingen zullen plaats moeten vinden tijdens de aanbestedingsprocedure. Daarbij kan de aanbestedende dienst nagaan in hoeverre gegadigden bereid zijn de beoogde kenmerken van de opdracht te accepteren, in hoeverre een aanpassing van zulke eisen zou kunnen leiden tot beter geschikte inschrijvingen en of de gegadigden daadwerkelijk de uitvraag doorzien en een daadwerkelijke oplossing kunnen aandragen.

De aanbesteder kan de concurrentiegerichte dialoog hanteren, als hij de technische specificaties niet nauwkeurig genoeg kan vaststellen op basis van een norm, Europese technische beoordelingen, een gemeenschappelijke technische specificatie of een technisch referentiekader in de zin van de punten 2 tot en met 5 van bijlage VII van Richtlijn 2014/24/EU. Door deze procedure te hanteren stelt de aanbestedende dienst de gegadigden in staat om hun beoogde oplossing te toetsen aan de behoeften van de aanbesteder. Zo nodig kan de aanbestedende dienst hierop besluiten om zijn behoeften exacter technisch te specificeren, indien blijkt dat deze nog niet voldoende nauwkeurig zijn. Daarbij is voor te stellen dat niet elke norm (hetgeen een zeer ruim begrip is) voldoende nauwkeurig zal zijn, om gegadigden in staat te stellen de uitvraag juist te begrijpen. In 2005 heeft de Europese Commissie een interpretatieve mededeling gepubliceerd over de concurrentiegerichte dialoog.2Daarin stelt de Europese Commissie dat bij de beoordeling of voldaan is aan de (destijds geldende) criteria om de concurrentiegerichte dialoog te hanteren, de capaciteiten van de aanbestedende dienst relevant zijn. In ieder geval dit criterium ziet op de hoedanigheid van de aanbestedende dienst. Om die reden is het waarschijnlijk dat bij de beoordeling van de toepassing van de concurrentiegerichte dialoog de capaciteiten van de aanbestedende dienst meewegen.

Indien de aanbestedende dienst in het kader van een openbare of niet-openbare procedure uitsluitend onregelmatige of onaanvaardbare inschrijvingen heeft ontvangen, dan kan de aanbesteder besluiten de concurrentiegerichte dialoog toe te passen. Dit is een criterium dat onder de vorige richtlijn uit 2004 werd gehanteerd bij de (door de mededingingsprocedure met onderhandeling vervangen) onderhandelingsprocedure met aankondiging.

Naar analogie van Hof Den Bosch in diens tussenarrest van 1 september 20153 zal bij een dergelijke toepassing van de concurrentiegerichte dialoog sprake zijn van een nieuwe aanbesteding. Het betrof in die zaak een voortzetting van een eerder mislukte aanbesteding, via een onderhandelingsprocedure, waarvoor de toepasbaarheid afhankelijk was van criteria onder de aanbestedingswetgeving die gold voor 1 juli 2016, welke criteria wij onder de huidige wetgeving terugvinden bij de het toepassingsbereik van de concurrentiegerichte dialoog.

Indien alleen maar onregelmatige en/of onaanvaardbare inschrijvingen zijn gedaan, is er geen gegadigde aan wie de aanbestedende dienst de opdracht kan gunnen. Indien minimaal een van de inschrijvingen niet aan deze eis voldoet, dan is niet voldaan aan dit criterium, en biedt dit criterium geen grond voor een aanbesteding op grond van de concurrentiegerichte dialoog.

Definities voor de begrippen 'onregelmatig' en 'onaanvaardbaar' bieden de Europese en Nederlandse wetgever niet. Wel categoriseren deze wetgevers een aantal situaties, op niet-limitatieve wijze overigens, daarbij afwijkend van de tot dan toe in de jurisprudentie gehanteerde categorisatie.4 Op basis van de onderstaande verdeling, en gezien de taalkundige betekenis van het woord 'onregelmatig' (en 'irregular' in de Engelstalige versie van Richtlijn 2014/24/EU) zou een mogelijke definitie van onregelmatige inschrijving kunnen bestaan uit een inschrijving (niet dus niet: inschrijver) die niet voldoet aan de expliciete eisen die zijn gesteld in de wet dan wel de aanbestedingsdocumentatie, en de definitie van onaanvaardbare inschrijving uit overige redenen waarom de inschrijving (danwel inschrijver) onacceptabel is. Hierbij wordt opgemerkt dat op basis van het eerste concept van de betreffende richtlijn een andere onderverdeling voorzien was. De achtergrond bij die verdeling, en de reden van de wijziging naar de huidige verdeling, zijn voor de auteur niet te achterhalen uit de Europese parlementaire geschiedenis.

Onregelmatige inschrijvingen zijn onder meer inschrijvingen die niet voldoen aan de vereisten in de aanbestedingsstukken, die te laat zijn binnengekomen, waarbij aantoonbaar sprake is van ongeoorloofde afspraken of corruptie, of die door de aanbestedende dienst als abnormaal laag zijn beoordeeld (zie in dit kader artikel 2.116 inzake de abnormaal lage inschrijving).

Onaanvaardbare inschrijvingen zijn onder meer inschrijvingen van inschrijvers die niet aan de gestelde geschiktheidseisen voldoen ofwaarvan de prijs het door de aanbestedende dienst begrote bedrag, vastgesteld en gedocumenteerd vóór de aanvang van de aanbestedingsprocedure, overschrijdt.

De wet stelt hierbij niet de eis dat dit begrote bedrag ook van tevoren kenbaar was voor de inschrijvers.

Elk van deze criteria blijft in meer of mindere mate onduidelijkheid behouden, door het gebruik van diverse niet nader gespecificeerde termen. De ervaring leert evenwel dat de keuze voor de concurrentiegerichte dialoog zelden tot (substantiële) discussies met marktpartijen leidt. Mogelijk is dit het gevolg van de omstandigheid dat aanbesteders doorgaans de beschikbare vrijheid om deze procedure in te kleden weloverwogen hanteren. De vraag blijft dan ook waarom aanbestedende diensten in de klassieke sectoren, in tegenstelling tot de speciale sectoren, beperkt zijn in hun toepassing van deze procedure.

Indien in het kader van een openbare of niet-openbare procedure uitsluitend onregelmatige of onaanvaardbare inschrijvingen zijn ingediend, is de aanbestedende dienst – onder voorwaarden – niet gehouden een aankondiging van de opdracht bekend te maken. Hiervoor is namelijk wel vereist dat slechts inschrijvers deel kunnen nemen, die (i) niet hoefden te worden uitgesloten wegens toepasselijkheid van de uitsluitingsgronden ex artikel 2.86 en artikel 2.87, die (ii) aan de gestelde geschiktheidseisen (zie in dit kader paragraaf 2.3.6.1) voldoen en die (iii) een inschrijving hebben ingediend conform de formele eisen van de eerdere procedure. Het lijkt daarbij vanzelfsprekend – gezien artikel 2.163g – dat de aanbestedende dienst de opdracht in dat geval niet wezenlijk mag wijzigen. Immers, indien hij de opdracht wezenlijk wijzigt, zal hij in beginsel een volledig nieuwe aanbestedingsprocedure met aankondiging moeten starten.

De term 'formele eisen', zoals onder de oude richtlijn uit 2004 gehanteerd als relevante term voor de onderhandelingsprocedure met aankondiging, is bron geweest van de nodige jurisprudentie. Het betreft daarbij in het bijzonder de vraag of 'materiële eisen' dan wel of niet nageleefd moeten zijn. Ter illustratie een tweetal uitspraken.

De Voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland heeft in een uitspraak van 28 november 2013 een door de Europese Commissie in 1997 opgestelde handleiding (Voorschriften van de gemeenschap inzake overheidsopdrachten voor werken, p. 25) op een dusdanige wijze geïnterpreteerd, dat hieruit blijkt dat 'de inschrijving [moet zijn] ingediend en ingericht overeenkomstig de formele regels die voor de aanbestedingsprocedure gelden: tijdig, begrijpelijk toegelicht, serieus te nemen en niet blijk gevend van bedrog of manipulatie'. Inschrijvers met inschrijvingen die geheel of gedeeltelijk niet-besteksconform zijn, komen volgens deze rechter dan ook in aanmerking om deel te kunnen nemen aan het vervolg op de eerdere aanbesteding.5

Tegelijkertijd hebben verschillende rechters, zoals de Voorzieningenrechter van Rechtbank Den Haag op 10 maart 2010, geoordeeld dat een aanbestedende dienst kan besluiten een inschrijver niet uit te nodigen voor de nieuwe concurrentiegerichte dialoog, indien diens inschrijving niet voldeed aan de materiële eisen, welke eisen de aanbesteder ook niet nader zou aanpassen (als gevolg waarvan de inschrijver in kwestie alsnog niet zou kunnen voldoen aan de gestelde eisen).6 Zie in dat kader bijvoorbeeld ook de Voorzieningenrechter van Rechtbank Utrecht, ECLI:NL:RBUTR:2012:BV9870, r.o. 4.4. en 4.5.

De vraag is welke onderscheidende waarde toekomt aan de term 'formele eisen' als hieronder ook materiële eisen (te weten: conformiteit van de aangeboden oplossing aan de uitvraag) kunnen worden gevat. Mede vanuit dat oogpunt is het eerder aangehaalde oordeel van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland begrijpelijk.

De vraag is of een aanbestedende dienst een aankondiging kan nalaten in alle gevallen die kwalificeren als een onregelmatige dan wel onaanvaardbare inschrijving. Ter illus-tratie het volgende. Een eis die, onder meer blijkens de eerder aangehaalde handleiding van de Europese Commissie, kwalificeert als een 'formele eis' is de eis dat een inschrijving tijdig moet zijn ingediend. Schending daarvan kwalificeerde overigens, op grond van deze handleiding, als onaanvaardbaar en niet, zoals onder de huidige richtlijn, als onregelmatig. Indien alle inschrijvingen te laat zijn ontvangen, en daardoor alle onregelmatig zijn onder de huidige wetgeving, dan voldoet geen van de inschrijvingen aan de eis dat inschrijvingen zijn ingediend conform de formele eisen. In dat geval is alsnog opnieuw een aankondiging van de opdracht benodigd.

2
CC/2005/04_rev 1 of 5.10.2005.
3
Hof Den Bosch 1 september 2015, «JAAN» 2015/211, aflevering 7, m.nt. J.C. Verlinden-Bijlsma.
4
Zoals onder andere uiteengezet in: F. van Nouhuys, 'Inschrijvingen die voldoen aan de formele vereisten?', Tijdschrift Aanbestedingsrecht 2012, p. 640 e.v.
5
Rb. Noord Holland 28 november 2013, ECLI:NL:RBNHO:2013:11453, ro 4.11 en 4.12.
6
Vzr. Rb. Den Haag 10 maart 2010, ECLI:NL:RBSGR:2012:BW0018

D: Jurisprudentie uitgebreid

Bij dit artikel is nog geen belangrijke jurisprudentie aanwezig.

E: Jurisprudentie nieuw

Meest recente jurisprudentie over Aanbestedingswet 2012 artikel 2.28.

F: Literatuurverwijzing

Bij dit artikel is nog geen belangrijke literatuur aanwezig.