Naar de inhoud

Commentaar op Algemeen Rijksambtenarenreglement Artikel 78 (Alcohol tijdens werk). (artikeltekst geldig vanaf 1931-09-01)

Commentaar is bijgewerkt tot 10 oktober 2017 door drs. H. Reit en B.J. Reit-Royter bc.

Artikel 78 Tekst van de hele regeling

Het is den ambtenaar verboden gedurende den werktijd alcoholhoudende dranken te gebruiken, bij zich te hebben of in de dienstlokalen te bewaren.

Kern van het wetsartikel

Deze bepaling verbiedt de ambtenaar om alcoholische dranken te nuttigen tijdens diensttijd, maar ook om deze dranken in het bezit te hebben. Overtreding van dit verbod leidt tot de conclusie dat er sprake is van plichtsverzuim. Het gebruik van alcohol kan daarnaast leiden tot de conclusie dat de ambtenaar ongeschikt is voor zijn functie.

Beschrijving van de wijzigingen

Art. 78 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement is op 1 september 1931 in werking getreden (Stb. 1931, 248). Art. 78 is sindsdien niet meer gewijzigd.

Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.

Commentaar

1. Algemeen

De bepaling in art. 78 ARAR heeft betrekking op het overtreden van een verbod, waaraan direct plichtsverzuim is gekoppeld. Overmatig en/of langdurig alcoholgebruik (buiten het werk) kan, al dan niet over een langere periode, leiden tot ongeschiktheid voor de functie anders dan wegens ziekte. Zie aantekening 1.13 van het commentaar op art. 98 ARAR. Specifiek kan daarbij de situatie nog aan de orde zijn, dat het gebruik van alcohol direct van invloed is…