Naar de inhoud

Commentaar op Algemene wet bestuursrecht Artikel 7:3 (Afzien van horen). (artikeltekst geldig vanaf 2013-01-01)

Commentaar is bijgewerkt tot 2 januari 2018 door mr. J.E. Jansen

Artikel 7:3 Afzien van horen bij bezwaar Tekst van de hele regeling

Van het horen van een belanghebbende kan worden afgezien indien:

a.

het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is,

b.

het bezwaar kennelijk ongegrond is,

c.

de belanghebbende heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord,

d.

de belanghebbende niet binnen een door het bestuursorgaan gestelde redelijke termijn verklaart dat hij gebruik wil maken van het recht te worden gehoord, of

e.

aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad.

Kern van het wetsartikel

Als voldaan is aan één van de in dit artikel genoemde voorwaarden, dan mag het bestuursorgaan afzien van horen.

Beschrijving van de wijzigingen

Tot 1 januari 2013 luidde onderdeel c: de belanghebbenden hebben verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord.

Op 1 januari 2013 is onderdeel d ingevoerd en is het bestaande onderdeel d vernummerd tot onderdeel e.

Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.

Commentaar

1. Algemeen

De hoorplicht is een essentieel onderdeel van de bezwaarprocedure.

De meeste procedures over dit artikel hebben betrekking op de vraag of een bezwaar kennelijk ongegrond (of niet-ontvankelijk) is. Met de invoering van onderdeel d per 1 januari 2013 is de mogelijkheid om een hoorzitting achterwege te laten verruimd.

Het horen…