Naar de inhoud

Commentaar op Besluit bezoldiging politie Artikel 6 (Salarisgarantie). (artikeltekst geldig vanaf 2017-06-23)

Commentaar is bijgewerkt tot 20 september 2017 door drs. H. Reit en B.J. Reit-Royter bc.

Artikel 6 Tekst van de hele regeling

1.

Voor de ambtenaar geldt een salarisschaal.

2.

Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de functies en de bij de functies behorende waardering.

3.

Indien nog geen sprake is van volledige functievervulling, geldt voor de ambtenaar voor de duur van een jaar een lagere salarisschaal dan voor hem op grond van het tweede lid zou gelden. Het bevoegd gezag kan beslissen om de periode van een jaar tot twee jaar te verlengen.

4.

Indien de ambtenaar bij wijze van waarneming tijdelijk een andere functie uitoefent, blijft de voordien voor de ambtenaar geldende salarisschaal van toepassing.

5.

Anders dan bij wijze van disciplinaire straf op grond van hoofdstuk IX van het Besluit algemene rechtspositie politie, kan zonder voorafgaand ontslag, niet zijnde een ontslag dat de ambtenaar is verleend om als aspirant een politieopleiding als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel s, onder 1°, van de Politiewet 2012 te gaan volgen, voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor de ambtenaar geldende salarisschaal.

6.

Het vijfde lid is niet van toepassing indien:

a.

bij de bepaling van de salarisschaal, bedoeld in het tweede lid, tevens is bepaald dat de functie van de ambtenaar een tijdelijk karakter heeft en de salarisschaal in verband daarmee slechts tijdelijk zal gelden;

b.

indien de ambtenaar in verband met ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte wordt herplaatst in een andere functie;

c.

het salaris van de ambtenaar na het succesvol afronden van de opleiding wordt vastgesteld, met toepassing van artikel 3, zevende lid;

d.

indien de ambtenaar, die is aangewezen als herplaatsingkandidaat als bedoeld in hoofdstuk VII.B van het Besluit algemene rechtspositie politie, wordt herplaatst in een andere functie.

7.

De lagere salarisschaal op grond van het zesde lid, onderdeel d, gaat niet eerder voor de ambtenaar gelden dan drie jaar nadat hij is herplaatst. Afhankelijk van het aantal dienstjaren van de ambtenaar wordt de termijn van drie jaar verlengd overeenkomstig de hierna volgende tabel:

dienstjaren:

verlenging:

25 of meer dienstjaren

één jaar

30 of meer dienstjaren

twee jaren

35 of meer dienstjaren

drie jaren

40 of meer dienstjaren

vier jaren

Ingeval artikel 55ob van het Besluit algemene rechtspositie politie van toepassing is, gaat de hiervoor genoemde termijn pas lopen vanaf het tijdstip dat de ambtenaar het tweede aanbod, bedoeld in het tweede lid van dat artikel, dan wel het aanbod op het oorspronkelijke functieniveau voor invoering van het LFNP, bedoeld in het vijfde lid van dat artikel, heeft geweigerd.

8.

De lagere salarisschaal uit het zesde lid, onderdeel d, en het zevende lid, geldt niet indien de uitzondering van artikel 55ra van het Besluit algemene rechtspositie politie van toepassing is. De lagere salarisschaal geldt ook niet indien de ambtenaar niet op grond van het bepaalde in artikel 55ob van het Besluit algemene rechtspositie politie teruggeplaatst kan worden in een functie op zijn niveau van voor de invoering van het LFNP, omdat dit niveau niet passend is.

9.

De ambtenaar kan een aanvraag indienen bij het bevoegd gezag wanneer zijn feitelijke werkzaamheden ten minste één jaar wezenlijk afwijken van zijn huidige, aan hem opgedragen LFNP functie, om de feitelijke werkzaamheden overeen te laten komen met een andere LFNP functie. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld.

10.

Voor de ambtenaar die in het kader van een detachering, bedoeld in artikel 62 van het Besluit algemene rechtspositie politie, tijdelijk een andere functie uitoefent waaraan op grond van artikel 6, tweede lid, een hogere salarisschaal is verbonden, geldt deze hogere salarisschaal.

11.

De regeling bedoeld in het tweede lid is ook van toepassing in het kader van het vaststellen van de salarisschaal van passende arbeid bij arbeidsongeschiktheid. Hierbij is de eigen of een andere functie uit het LFNP, of een deel van één of meerdere functies uit het LFNP bepalend.

12.

Indien een herplaatsingkandidaat, bedoeld in artikel 55oa van het Besluit algemene rechtspositie politie drie jaar na plaatsing op een lagere passende functie nog geen twee maal een passende functie op het oude functieniveau, inclusief ten minste 24 OVW punten is aangeboden, behoudt hij zijn oorspronkelijke salarisschaal, de inmiddels verworven OVW periodieken en de aanspraak op eventueel nog mogelijke OVW periodieken.

13.

Indien een herplaatsingkandidaat, bedoeld in artikel 55oa van het Besluit algemene rechtspositie politie voor de tweede maal een aanbod van een passende functie op het niveau van de functie waarin hij was geplaatst voor aanwijzing als herplaatsingkandidaat, inclusief ten minste 24 OVW punten weigert, geldt met ingang van de eerste dag van de tweede maand nadat het tweede aanbod is gedaan, het salaris behorende bij de functie waarop de ambtenaar op dat moment is geplaatst.

Kern van het wetsartikel

In deze bepaling is een garantie opgenomen ten aanzien van het behoud van een eenmaal toegekende salarisschaal. Er bestaan op deze garantie enkele uitzonderingen.

Beschrijving van de wijzigingen

Wijzing per 24 mei 2016

Op grond van art. I, onderdeel E, Besluit van 31 januari 2012, houdende wijziging van het Besluit bezoldiging politie en het Besluit algemene rechtspositie politie in verband met de invoering van het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie, Stb. 2012, 30, is art. 6 als volgt gewijzigd:

1. Lid 2 is komen te luiden:

'2. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de functies en de bij de functies behorende waardering.'

2. Lid 9 is komen te luiden:

'9. De ambtenaar kan een aanvraag indienen bij het bevoegd gezag wanneer zijn feitelijke werkzaamheden ten minste één jaar wezenlijk afwijken van zijn huidige, aan hem opgedragen LFNP functie, om de feitelijke werkzaamheden overeen te laten komen met een andere LFNP functie. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld.'

Wijziging per 1 januari 2015

Op grond van art. II, onderdeel C, Besluit van 28 januari 2014, houdende wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie en het Besluit bezoldiging politie in verband met de reorganisatie naar aanleiding van de invoering van de Politiewet 2012 en de uitwerking van het Arbeidsvoorwaardenakkoord 2012-2014, Stb. 2014, 52, is in art. 6, lid 7 «vijf jaar» telkens vervangen door: «drie jaar».

Wijziging per 8 februari 2014

Op grond van art. II, onderdeel B, Besluit van 28 januari 2014, houdende wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie en het Besluit bezoldiging politie in verband met de reorganisatie naar aanleiding van de invoering van de Politiewet 2012 en de uitwerking van het Arbeidsvoorwaardenakkoord 2012-2014, Stb. 2014, 52, is art. 6 als volgt gewijzigd:

1. Aan het zevende lid is een zin toegevoegd, luidende:

'Ingeval artikel 55ob van het Besluit algemene rechtspositie politie van toepassing is, gaat de hiervoor genoemde termijn pas lopen vanaf het tijdstip dat de ambtenaar het tweede aanbod, bedoeld in het tweede lid van dat artikel, dan wel het aanbod op het oorspronkelijke functieniveau voor invoering van het LFNP, bedoeld in het vijfde lid van dat artikel, heeft geweigerd.'

2. In het achtste lid, is de volgende zin toegevoegd:

'De lagere salarisschaal geldt ook niet indien de ambtenaar niet op grond van het bepaalde in artikel 55ob van het Besluit algemene rechtspositie politie teruggeplaatst kan worden in een functie op zijn niveau van voor de invoering van het LFNP, omdat dit niveau niet passend is.'

3. Na het elfde lid zijn de volgende leden toegevoegd, luidende:

'12. Indien een herplaatsingkandidaat, bedoeld in artikel 55oa van het Besluit algemene rechtspositie politie drie jaar na plaatsing op een lagere passende functie nog geen twee maal een passende functie op het oude functieniveau, inclusief ten minste 24 OVW punten is aangeboden, behoudt hij zijn oorspronkelijke salarisschaal, de inmiddels verworven OVW periodieken en de aanspraak op eventueel nog mogelijke OVW periodieken.

13. Indien een herplaatsingkandidaat, bedoeld in artikel 55oa van het Besluit algemene rechtspositie politie voor de tweede maal een aanbod van een passende functie op het niveau van de functie waarin hij was geplaatst voor aanwijzing als herplaatsingkandidaat, inclusief ten minste 24 OVW punten weigert, geldt met ingang van de eerste dag van de tweede maand nadat het tweede aanbod is gedaan, het salaris behorende bij de functie waarop de ambtenaar op dat moment is geplaatst.'

Wijzigingen per 8 februari 2012

1. Bij besluit van 31 januari 2012, houdende wijziging van het Besluit bezoldiging politie en het Besluit algemene rechtspositie politie in verband met de invoering van het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (Artikel I, onderdeel D, Stb. 2012, 30) is lid 2 van art. 6 als volgt komen te luiden:

'2. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de functies en de bij de functies behorende waardering. Tevens worden regels gesteld over de overgang van ambtenaren naar een functie die is opgenomen in het LFNP.'

2. Bij besluit van 31 januari 2012, houdende wijziging van het Besluit bezoldiging politie en het Besluit algemene rechtspositie politie in verband met de invoering van het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (Artikel I, onderdeel F, Stb. 2012, 30) is lid 9 van art. 6 als volgt komen te luiden:

'9. De ambtenaar kan bij het bevoegd gezag een aanvraag indienen om, indien de feitelijke opgedragen werkzaamheden ten minste één jaar afwijken van een hem in de periode vanaf 31 december 2009 tot en met 31 maart 2011 opgedragen functie, de werkzaamheden en de functie met elkaar in overeenstemming te brengen. Bij ministeriële regeling worden regels vastgesteld over de behandeling van deze aanvraag.'

3. Bij besluit van 31 januari 2012, houdende wijziging van het Besluit bezoldiging politie en het Besluit algemene rechtspositie politie in verband met de invoering van het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (Artikel I, onderdeel H, Stb. 2012, 30) werd aan art. 6 een lid toegevoegd, luidende:

'11. De regeling bedoeld in het tweede lid is ook van toepassing in het kader van het vaststellen van de salarisschaal van passende arbeid bij arbeidsongeschiktheid. Hierbij is de eigen of een andere functie uit het LFNP, of een deel van één of meerdere functies uit het LFNP bepalend.'

Deze wijzigingen zijn met ingang van 8 februari 2012 in werking getreden en bevatten terugwerkende kracht tot en met 31 december 2009.

Wijziging per 20 augustus 2011

Bij besluit van 8 augustus 2011, houdende wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie en het Besluit bezoldiging politie in verband met het Akkoord Arbeidsvoorwaarden sector politie 2008-2010, Stb. 2011, 379, is in art. 6, lid 6, onder c 'artikel 3, vierde lid' vervangen door: artikel 3, zevende lid.

Deze wijziging werkt terug tot en met 1 januari 2009

Doel van de wijziging

Herstel van een foutieve verwijzing naar art. 3.

Wijziging per 17 maart 2011

Bij besluit van 26 februari 2011 tot wijziging van het Besluit landelijk sociaal statuut politie, Stb. 2011, 125, werd aan art. 6, onder vernummering van lid 8 en 9 tot lid 9 en 10, een nieuw lid ingevoegd, luidende:

'8. De lagere salarisschaal uit het zesde lid, onderdeel d, en het zevende lid, geldt niet indien de uitzondering van artikel 55ra van het Besluit algemene rechtspositie politie van toepassing is.'

Deze wijziging werkt terug tot en met 2 maart 2010

Doel van de wijziging

In de Commissie voor georganiseerd overleg in politieambtenarenzaken was afgesproken dat individuele en persoonsgebonden rechten en plichten in stand zouden blijven bij herplaatsing of plaatsing. De regelgeving in het Besluit bezoldiging politie voor herplaatste ambtenaren regelde echter dat men minimaal vijf jaar na herplaatsing of plaatsing teruggaat naar een lagere salarisschaal of zijn loonsuppletie kwijt zou raken. Omdat dat niet conform de afspraken over het sociaal statuut was, werd in art. 6 een lid ingevoegd, waarbij de uitzondering die geformuleerd was in art. 55ra, ook zou gelden en een ambtenaar dus niet in dat geval kon worden teruggezet in salarisschaal.

Wijziging per 18 februari 2011

Bij besluit van 9 februari 2011 tot wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie en het Besluit bezoldiging politie in verband met de mobiliteit van medewerkers van de politie en de erkenning van beroepskwalificaties, Stb. 2011, 60, is in art. 6, lid 9 'tenzij artikel 17b van toepassing is' komen te vervallen.

Doel van de wijziging

Art. 17b is per 1 juli 2007 komen te vervallen, waardoor de verwijzing naar dit artikel uit het Besluit bezoldiging politie kon worden geschrapt.

Wijziging per 1 januari 2009

Bij besluit van 15 september 2008 tot wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie, het Besluit bezoldiging politie en het Besluit rechtspositie vrijwillige politie in verband met de harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden, Stb. 2008, 384, is in art. 6, lid 8, eerste volzin 'gedurende langere tijd' vervangen door: ten minste een jaar. In de laatste volzin werd 'Het bevoegd gezag' vervangen door: Onze Minister.

Doel van de wijziging

In art. 6, lid 8, was geregeld dat het bevoegd gezag nadere regels vaststelde over de behandeling van de aanvraag om functieonderhoud. In het kader van de harmonisatie werd met deze wijziging geregeld dat de minister deze nadere regels vast zou stellen. De formulering dat er gedurende langere tijd werkzaamheden moeten zijn verricht die afwijken van de functie, werd aangepast aan de termijn die hiervoor werd gesteld in de nieuwe geharmoniseerde landelijke regeling voor functieonderhoud: ten minste een jaar.

Wijzigingen per 22 december 2006

Bij besluit van 12 december 2006, houdende wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie, het Besluit bezoldiging politie, het Besluit dienst geneeskundige verzorging politie, het Besluit overleg en medezeggenschap politie 1994, het Besluit rechtspositie vrijwillige politie en het Besluit vergoeding verplaatsingskosten politie in verband met het akkoord Arbeidsvoorwaarden sector Politie voor de periode 1 juni 2005 tot en met 31 december 2007, Stb. 2006, 676, is in art. 6 het volgende gewijzigd:

1. In lid 6 werd onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

'd. indien de ambtenaar, die is aangewezen als herplaatsingkandidaat als bedoeld in hoofdstuk VII.B van het Besluit algemene rechtspositie politie, wordt herplaatst in een andere functie.'

2. Onder vernummering van lid 7 en 8 tot lid 8 en 9 werd een lid ingevoegd luidende:

'7. De lagere salarisschaal op grond van het zesde lid, onderdeel d, gaat niet eerder voor de ambtenaar gelden dan vijf jaar nadat hij is herplaatst. Afhankelijk van het aantal dienstjaren van de ambtenaar wordt de termijn van vijf jaar verlengd overeenkomstig de hierna volgende tabel:

dienstjaren:

verlenging:

25 of meer dienstjaren

een jaar

30 of meer dienstjaren

twee jaren

35 of meer dienstjaren

drie jaren

40 of meer dienstjaren

vier jaren

Deze wijziging werkt terug tot en met 1 januari 2006

Doel van de wijziging

In het akkoord was afgesproken dat ambtenaren die waren aangewezen als herplaatsings-kandidaat en zouden worden herplaatst binnen de eigen organisatie in een functie met een lagere salarisschaal nog vijf jaar recht zouden behouden op hun oude salarisniveau. De termijn van vijf jaar werd verlengd voor een ambtenaar die 25 of meer dienstjaren in overheidsdienst heeft met één jaar, 30 of meer dienstjaren met twee jaren, 35 of meer dienstjaren met drie jaren en 40 of meer dienstjaren met vier jaren.

Inwerkingtreding per 1 april 1994

Art. 6 van het Besluit bezoldiging politie (Besluit van 16 maart 1994, Stb. 1994, 215) trad op 1 april 1994 in werking.

Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.

Commentaar

1. Algemeen

Het uitgangspunt van deze bepaling is, dat voor een ambtenaar een salarisschaal geldt. Deze salarisschaal wordt bepaald op basis van de waardering van de functie waarmee de ambtenaar is belast. In lid 5 is de garantie opgenomen dat voor een ambtenaar geen lagere salarisschaal kan gaan gelden, dan de salarisschaal die eenmaal aan de ambtenaar is toegekend. In lid 6 zijn enkele uitzonderingen op deze salarisgarantie opgenomen. Binnen het kader van deze uitgave is alleen het bepaalde in lid 6, onderdeel b van belang. Als een ambtenaar op grond van de re-integratie-inspanningen wordt herplaatst in een functie waaraan een lagere salarisschaal is verbonden, dan wordt de salarisschaal toegekend die behoort bij deze functie. Indien de termijn van twee jaar ziekte nog niet is verstreken, heeft de ambtenaar die is herplaatst een aanvulling op de bezoldiging op grond van het bepaalde in lid 9 van art. 38 Bbp.

Jurisprudentie

Regelingen

  • Beleidsregel Instructie organieke matching
  • Regeling overgang naar een LFNP functie