Naar de inhoud

Commentaar op Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft art. 66, 66a


Commentaar is bijgewerkt tot 02-08-2016 door mw. mr. J.M. van Poelgeest

Artikel 66 Tekst van de hele regeling

1.

In een financiële bijsluiter wordt informatie over de volgende onderwerpen opgenomen:

  1. het doel van de financiële bijsluiter;

  2. de aard en het doel van het complexe product;

  3. de financiële risico’s van het complexe product die onder meer inzichtelijk worden gemaakt door een risico-indicator en, indien het een beleggingsobject betreft, de overige risico’s die samenhangen met dat product;

  4. de verplichtingen voor de consument;

  5. het al dan niet bestaan van een contractueel recht om de overeenkomst inzake het complexe product tussentijds op te zeggen, de daaraan verbonden kosten en de overige gevolgen;

  6. de gevolgen bij overlijden van de consument;

  7. voorbeeldrendementen en de kosten van het complexe product; en

  8. bij ministeriële regeling aan te wijzen andere onderwerpen.

2.

Een financiële bijsluiter bevat geen informatie over andere onderwerpen dan bedoeld in het eerste lid.

3.

De Autoriteit Financiële Markten stelt regels met betrekking tot de wijze waarop de informatie over de onderwerpen, bedoeld in het eerste lid, in de financiële bijsluiter wordt opgenomen, alsmede met betrekking tot de wijze van berekening van de rendementen, kosten en risico’s als bedoeld in het eerste lid, onderdelen c en g.

Artikel 66a Tekst van de hele regeling

1.

In de essentiële beleggersinformatie wordt de volgende informatie over de icbe opgenomen:

  1. de identificatie van de icbe en de relevante toezichthoudende instantie;

  2. een korte beschrijving van de beleggingsdoelstellingen en beleggingsbeleid;

  3. het historisch rendement of, indien relevant, toekomstscenario’s;

  4. de kosten; en

  5. het risico-opbrengstprofiel van het recht van deelneming, waaronder voldoende toelichting en waarschuwingen met betrekking tot de risico’s die aan het recht van deelneming in de desbetreffende icbe zijn verbonden;

  6. een mededeling dat nadere gegevens van het actuele beloningsbeleid, met een beschrijving van de wijze van berekening van de beloning, de identiteit van de personen die verantwoordelijk zijn voor het toekennen van de beloning, met inbegrip van de samenstelling van de beloningscommissie, indien een zodanige beloningscommissie is ingesteld, beschikbaar zijn via de website en dat daarvan op verzoek kosteloos een afschrift kan worden verkregen.

2.

De essentiële beleggingsinformatie vermeldt duidelijk:

  1. waar en hoe aanvullende informatie over de aangeboden rechten van deelneming en het prospectus kan worden verkregen;

  2. dat de jaarrekening en halfjaarcijfers op de website van de beheerder beschikbaar zijn en dat deze stukken te allen tijde op verzoek kosteloos kunnen worden verkregen bij de beheerder; en

  3. in welke taal de informatie, bedoeld in de onderdelen a en b, voor de deelnemers beschikbaar is.

3.

De essentiële beleggersinformatie wordt zodanig opgesteld dat cliënten de aard en de risico’s verbonden aan de rechten van deelneming in een icbe kunnen begrijpen, zonder dat naar andere documenten wordt verwezen.

4.

Een vertaling van de essentiële beleggersinformatie bevat geen andere wijzigingen of aanvullingen ten opzichte van het vertaalde document, dan noodzakelijk vanwege de vertaling.

5.

Met betrekking tot de essentiële beleggersinformatie zijn nadere regels gesteld in verordening nr. 583/2010 van de Europese Commissie van 1 juli 2010 tot uitvoering van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie wat betreft essentiële beleggersinformatie en de voorwaarden waaraan moet worden voldaan als de essentiële beleggersinformatie of het prospectus op een andere duurzame drager dan papier of via een website wordt verstrekt (PbEU L 176).

A: Inleiding

Wat betreft wetsgeschiedenis en jurisprudentie tot heden bijgewerkt.

B: Wetstechnische informatie

Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de historische informatie bij Artikel 66, Artikel 66a.

C: Kernproblematiek

Artikel 66 Bgfo is gebaseerd op artikel 4:22 lid 1 Wft en regelt welke informatie in de financiële bijsluiter opgenomen moet worden. De informatie zal volgens een voorgeschreven format en in voorgeschreven bewoordingen moeten worden gegeven, over een beperkt aantal onderwerpen. De financiële bijsluiter zal moeten worden opgesteld aan de hand van de door de AFM ter beschikking gestelde generator. 

Het op dezelfde wijze en met dezelfde inhoud opstellen van de financiële bijsluiters moet de toegankelijkheid en vergelijkbaarheid ten goede komen. De eisen die worden gesteld aan een financiële bijsluiter zijn nader uitgewerkt in hoofdstuk 3 van de Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft. De financiële bijsluiter zal worden vervangen door het Key investor document (KID).1

Artikel 66a is gebaseerd op artikel 4:22 Wft, implementeert artikel 78 van de herziene Richtlijn beleggingsinstellingenen en is ingevoerd bij het Besluit implementatie herziene richtlijn beleggingsinstellingen.

Uit dit artikel volgt welke informatie in de essentiële belegggersinformatie moet worden opgenomen over de icbe en welke informatie duidelijk moet worden vermeld.2

De essentiële beleggersinformatie bevat informatie over de voornaamste kenmerken van de beleggingsinstelling zodat de cliënt redelijkerwijs in staat zou moeten zijn de aard en de risico’s van de aangeboden deelnemingsrechten in een icbe te begrijpen en derhalve met kennis van zaken beleggingsbeslissingen kan nemen.3

In lid 5 is een verwijzing opgenomen naar Verordening (EU) nr. 583/2010. De vormgeving en inhoud van de essentiële beleggersinformatie zijn in grote lijnen vastgelegd in deze verordening en voor sommige deelonderwerpen nader ingevuld in de guidance van ESMA. De ESMA heeft een Q&A KIID gepubliceerd4 en een Q&A application of the UCITS directive5 waarin ook vragen over de KIID worden beantwoord. Voor het format van de KIDD is het document CESR's template for the Key Investor Information document relevant.6

Voor beheerders van beleggingsinstellingen die aan retail-beleggers aanbieden wordt verwezen naar de verplichtingen opgenomen in artikel 115bb Bgfo.

1
Verordening (EU) nr. 1286/2014 over essentiële informatiedocumenten voor verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PRIIP'S). Als voor bepaalde producten die in Nederland nu wel een financiële bijsluiter moeten hebben er geen KID vanuit PRIIPs wordt voorgeschreven, dan moet er nog apart een besluit genomen worden wat te doen met die financiële bijsluiters.
2
Zoals gewijzigd bij het Implementatiebesluit wijziging richtlijn icbe’s ( Stb. 2016, 97)
3
4
2015/ESMA/631.
5
2016/ESMA/181.
6
CESR/10-1321.

D: Jurisprudentie uitgebreid

Bij dit artikel is nog geen belangrijke jurisprudentie aanwezig.

E: Jurisprudentie nieuw

Meest recente jurisprudentie over Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft artikel 66; artikel 66a.

F: Literatuurverwijzing

  • A.R. Filius en M.R. Hosemann, 'Van financiële bijsluiter naar essentiële beleggersinformatie. Ziet u het verschil? Een historisch relaas', Tijdschrift voor financieel recht 2010, 11/12.
  • C.M. Grundmann-van de Krol, Koersen door de Wet op het financieel toezicht, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2012. 
  • C.M. Grundmann-van der Krol, ‘Voorstel "PRIPS"-verordening’, Ondernemingsrecht 2012, 104.
  • C.M. Grundmann-van de Krol, Regulering beleggingsinstellingen en icbe's in de Wft, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2013.
  • E.L.M. van Kranenburg, 'Nieuwe Europese regels voor verpakte beleggingsproducten', Jaarboek compliance 2014, p. 110-126.
  • E.L.M. van Kranenburg, 'De Packaged Retail Investment Products (PRIPS) verordening', Tijdschrift voor financieel recht 2013, p. 169-177.
  • R. Slange en G.A.M. Verwilst, 'De aangepaste ICBE-richtlijn. Op naar een verbeterde Europese interne markt voor beleggingsinstellingen?', Tijdschrift voor financieel recht 2008, 10/11.