Naar de inhoud

Commentaar op Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft t/m art. 86m


Commentaar is bijgewerkt tot 19-10-2016 door mw. mr. J.M. van Poelgeest

Artikel 86j Tekst van de hele regeling

1.

Artikel 86k is van toepassing op overeenkomsten inzake betalingsbeschermers en uitvaartverzekeringen die zijn aangegaan vanaf 1 januari 2010 tot de inwerkingtreding van artikel 86c.

2.

Artikel 86k is van toepassing op overeenkomsten inzake complexe producten en hypothecair kredieten die zijn aangegaan vanaf 1 januari 2007 tot de inwerkingtreding van artikel 86c.

3.

De artikelen 86l en 86m zijn van toepassing op overeenkomsten die zijn aangegaan vanaf 1 januari 2007 tot de inwerkingtreding van artikel 86c.

Artikel 86k Tekst van de hele regeling

1.

Een aanbieder, bemiddelaar of adviseur verschaft of ontvangt voor het bemiddelen of adviseren inzake een betalingsbeschermer, complex product, hypothecair krediet of uitvaartverzekering, rechtstreeks of middellijk geen provisie die niet noodzakelijk is voor het verlenen van de desbetreffende dienst of deze mogelijk maakt.

2.

Het eerste lid is niet van toepassing op:

  1. provisies die worden verschaft door of aan de cliënt of degene die namens hem optreedt; of

  2. provisies die worden verschaft door de aanbieder of ontvangen door de bemiddelaar of adviseur voor het bemiddelen of adviseren van een consument die inzake een hypothecair krediet betalingsachterstanden of voorzienbare betalingsachterstanden heeft, mits de provisie geen afbreuk doet aan de kwaliteit van de dienstverlening en de verplichting van de bemiddelaar of adviseur om zich in te zetten voor de belangen van de consument;

  3. afsluitprovisies of doorlopende provisies die worden verschaft door of aan een derde of degene die namens hem optreedt, indien:

    1. 1°.

      de bemiddelaar of adviseur de cliënt op uitvoerige, accurate en begrijpelijke wijze mededeling doet van het bestaan, de aard en het bedrag of, indien het bedrag niet kan worden achterhaald, de wijze van berekening van de provisie of in geval van provisie in natura de waarde in het economisch verkeer voordat de betreffende dienst wordt verleend; en

    2. 2°.

      het verschaffen van de provisie de kwaliteit van de betreffende dienst ten goede komt en geen afbreuk doet aan de verplichting van de aanbieder, bemiddelaar of adviseur om zich in te zetten voor de belangen van de cliënt;

  4. relatiegeschenken, voor zover de gezamenlijke waarde daarvan op jaarbasis niet meer bedraagt dan € 100.

3.

Voor de toepassing van het tweede lid, onderdeel c, wordt onder «consument» in de definities van afsluitprovisie en doorlopende provisie, bedoeld in artikel 1, mede verstaan een cliënt, niet zijnde een consument.

4.

De bemiddelaar of adviseur doet op begrijpelijke wijze mededeling van het bestaan en het bedrag van de provisie als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, voordat de desbetreffende financiële dienst wordt verleend, tenzij het bedrag van de provisie op dat moment niet bekend is.

Artikel 86l Tekst van de hele regeling

1.

Een aanbieder betaalt geen afsluitprovisie die meer bedraagt dan de helft van de som van die afsluitprovisie en de totale doorlopende provisie terzake van de desbetreffende overeenkomst.

2.

Een aanbieder betaalt de doorlopende provisie evenredig uit gedurende ten minste tien jaar na totstandkoming van de desbetreffende overeenkomst. Indien de looptijd van de overeenkomst korter is dan tien jaar, betaalt de aanbieder de doorlopende provisie evenredig uit gedurende die looptijd.

3.

Het tweede lid is niet van toepassing op overeenkomsten inzake complexe producten voor zover tussen de desbetreffende aanbieder en de consument door tussenkomst van dezelfde bemiddelaar ten minste drie maanden voorafgaand aan het sluiten daarvan een overeenkomst is gesloten inzake een financieel product dat onderdeel is van het desbetreffende complexe product.

4.

Dit artikel is niet van toepassing op overeenkomsten inzake een betalingsbeschermer, een hypothecair krediet, een schadeverzekering of een uitvaartverzekering.

Artikel 86m Tekst van de hele regeling

1.

Indien een overeenkomst met een consument inzake een complex product of hypothecair krediet tijdens de eerste vijf jaar na de totstandkoming vroegtijdig wordt beëindigd, anders dan door overlijden van de verzekerde of anders dan door verkoop van de onroerende zaak waarop het complexe product of hypothecair krediet betrekking heeft, wordt de afsluitprovisie of provisie evenredig verminderd.

2.

Het eerste lid is niet van toepassing op overeenkomsten inzake complexe producten, voor zover tussen de desbetreffende aanbieder en de consument door tussenkomst van dezelfde bemiddelaar ten minste drie maanden voorafgaand aan het sluiten daarvan een overeenkomst is gesloten inzake een financieel product dat onderdeel is van het desbetreffende complexe product.

A: Inleiding

Met het Wijzigingsbesluit financiële markten 2013 is het provisieverbod ingevoerd. Voor overeenkomsten met betrekking tot betalingsbeschermers, complexe producten, hypothecair krediet en uitvaartverzekeringen die voor wijziging van de provisieregels zijn gesloten gelden de 'oude' provisieregels. Deze overgangsregeling is vastgelegd in de artikelen 86j-86m Bgfo.

B: Wetstechnische informatie

Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de historische informatie bij Artikel 86j, Artikel 86k, Artikel 86l, Artikel 86m.

C: Kernproblematiek

Voor overeenkomsten met betrekking tot betalingsbeschermers, complexe producten, hypothecair krediet en uitvaartverzekeringen die voor wijziging van de provisieregels zijn gesloten gelden de "oude" provisieregels. Deze overgangsregeling is vastgelegd in de artikelen 86j-86m Bgfo.

Provisie is in artikel 1:1 Wft gedefinieerd als: beloning of vergoeding, in welke vorm dan ook, voor het bemiddelen of adviseren ter zake van een financieel product of het verlenen van een beleggingsdienst of nevendienst. De provisieregels zijn erop gericht nadelige prikkels bij de dienstverlener weg te nemen zodat in het belang van de cliënt wordt gehandeld.

Artikel 86k Bgfo geldt voor overeenkomsten inzake betalingsbeschermers en uitvaartverzekeringen die zijn aangegaan tussen 1 januari 2010 tot de inwerkingtreding van artikel 86c Bgfo en voor complexe producten en hypothecaire kredieten die zijn aangegaan vanaf 1 januari 2007 tot de inwerkingtreding van artikel 86c Bgfo.

Het uitgangspunt zoals vastgelegd in artikel 86k Bgfo is dat er geen provisie wordt ontvangen die niet noodzakelijk is 1 of het verlenen van de betreffende dienst mogelijk maakt. Belangrijke uitzonderingen zijn provisies die worden verschaft door of aan de cliënt en afsluitprovisies of doorlopende provisies 2 die worden verschaft door of aan een derde mits de provisie transparant is gemaakt en de kwaliteit van de dienst ten goede komt en geen afbreuk doet aan de verplichting van de dienstverlener om zich in te zetten voor de belangen van de cliënt.3 Die laatste mogelijkheid is in de huidige wetgeving niet opgenomen.

De regel van artikel 86k Bgfo wordt wel aangeduid als de 'inducement norm'.

Artikel 86l Bgfo geldt voor (complexe) overeenkomsten (niet zijnde betalingsbeschermers, hypothecair krediet, schadeverzekeringen of uitvaartverzekeringen) aangegaan vanaf 1 januari 2007 tot inwerkingtreding van artikel 86c Bgfo.

Op grond van artikel 86l Bgfo is het een aanbieder niet toegestaan afsluitprovisie te betalen die meer bedraagt dan de helft van de som van die afsluitprovisie en de totale doorlopende provisie terzake van de overeenkomst, waarbij de doorlopende provisie gedurende ten minste tien jaar na totstandkoming van de overeenkomst evenredig wordt uitbetaald.4 Deze regel werd ook wel aangeduid als de 'adviesmatchregeling' of de 'balansregel'.

Indien een overeenkomst met betrekking tot een complex product of hypothecair krediet tijdens de eerste vijf jaar na totstandkoming wordt beëindigd wordt de (afsluit)provisie evenredig verminderd, tenzij de overeenkomst eindigt door verkoop van de onroerende zaak of overlijden.5 Deze regeling is ook wel de terugboekregeling genoemd. De achterliggende gedachte is dat de tussenpersoon niet alleen belang heeft bij het verkopen van een product, maar ook een belang heeft bij het in stand houden van het contract. De tussenpersoon zou zich niet alleen moet laten sturen door de afsluitprovisie maar er ook voor moeten zorgen dat het contract in het belang van de klant is.

1
Het begrip noodzakelijk wordt heel beperkt uitgelegd, waarbij gedacht kan worden aan wettelijke heffingen of juridische kosten.
2
Zoals gedefinieerd in artikel 1 Bgfo.
3
Een soortgelijke bepaling was opgenomen in artikel 149a Bgfo. Voor de uitleg van de (destijds van toepassing zijnde) provisieregels is de Leidraad passende provisie financiële dienstverleners van belang. Deze regel betekent dat een bonus of omzetprovisies niet zijn toegestaan.
4
Een soortgelijke regel was opgenomen in artikel 150 Bgfo.
5
Een soortgelijke regel was opgenomen in artikel 151 Bgfo.

D: Jurisprudentie uitgebreid

Bij dit artikel is nog geen belangrijke jurisprudentie aanwezig.

E: Jurisprudentie nieuw

Meest recente jurisprudentie over Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft artikel 86j; artikel 86k; artikel 86l; artikel 86m.

F: Literatuurverwijzing

  • AFM, Leidraad passende provisie financiële dienstverleners. 
  • AFM, Rapport Naleving provisieverbod financiële dienstverlening (juli 2015).
  • O.O. Cherednychenko, 'Provisieafspraken tussen cliënten en financiële dienstverleners; van de privaatrechtelijke contractsvrijheid naar de publiekrechtelijke iustum pretium', Contracteren 2012, p. 45-48.
  • A.F.N. van de Laar en J.M. van Poelgeest, 'Nieuwe provisieregels financiële dienstverleners sinds 1 januari 2012 en 1 januari 2013', Bedrijfsjuridische Berichten 2012, p. 21-23.
  • M.L. Louisse en J.M. van Poelgeest, 'Het Provisieverbod en het kostprijsmodel: beter voor de klant?', Bank en Effectenrecht 2012, p. 107-110.
  • S.Y.Th. Meijer, 'Over provisie en de zorgplicht van de assurantietussenpersoon', Maandblad voor Vermogensrecht 2009, p. 301-306.
  • S.Y.Th. Meijer, 'De assurantietussenpersoon en het verbod op provisie', Maandblad voor Vermogensrecht 2010, p. 300-305.
  • J.M. van Poelgeest, Kredietverstrekking aan consumenten, Deventer: Kluwer 2012 en 2015. 
  • E.P. Roelofsen, 'De nieuwe provisieregelgeving voor financiële intermediairs', Tijdschrift voor financieel recht 2009, p. 65-106.
  • S. van der Schaaf, 'Inzicht voor de consument in de beloning van bemiddelaars en de kosten van aanbieders', Vennootschap en Onderneming 2009, p. 102-105.