Naar de inhoud

Commentaar op Burgerlijk Wetboek Boek 10 art. 118 (OR-algemeen)


Commentaar is bijgewerkt tot 19-11-2017 door prof. mr. dr. M.E. Koppenol-Laforce

Artikel 118 Tekst van de hele regeling

Een corporatie die ingevolge de oprichtingsovereenkomst of akte van oprichting haar zetel of, bij gebreke daarvan, haar centrum van optreden naar buiten ten tijde van de oprichting, heeft op het grondgebied van de staat naar welks recht zij is opgericht, wordt beheerst door het recht van die staat.

A: Inleiding

Artikel 118 bepaalt dat een corporatie die ingevolge de oprichtingsovereenkomst of akte van oprichting haar zetel, of bij gebrek daaraan, haar centrum van optreden naar buiten ten tijde van de oprichting, heeft op het grondgebied van de staat naar welks recht ze is opgericht, beheerst wordt door het recht van die staat.

B: Wetstechnische informatie

Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.

C: Kernproblematiek

C.1: Hoofdregel; incorporatie of statutaire zetelleer

Artikel 118 is de hoofdregel van Titel 8: de corporatie wordt beheerst door het recht van de Staat naar welks recht zij is opgericht en op het grondgebied waarvan de corporatie ten tijde van oprichting haar zetel heeft ingevolge de oprichtingsovereenkomst of de akte van oprichting. Indien er geen zetel is, wordt aangeknoopt bij het grondgebied waarvan de corporatie ten tijde van oprichting haar centrum van optreden naar buiten heeft. Deze hoofdregel vloeit voort uit de sinds 7 oktober 1959 (Stb. 1959, 347) in werking getreden Wet van 25 juli 1959 (Stb. 1959, 256) tot uitvoering van het Haagse Verdrag van 1 juni 1956 (‘Uitvoeringswet’). Daarvoor was het niet duidelijk welke…