Commentaar op Burgerlijk Wetboek Boek 2 art. 50a (OR-algemeen)
Commentaar is bijgewerkt tot 28-08-2017 door mr. A.M.J.M. Ploumen en mr. S. Laseur
Artikel 50a Tekst van de hele regeling
De artikelen 131, 138, 139, 149 en 150 zijn van overeenkomstige toepassing in geval van faillissement van een vereniging waarvan de statuten zijn opgenomen in een notariële akte en die aan de heffing van vennootschapsbelasting is onderworpen.
A: Inleiding
Wat betreft wetsgeschiedenis en jurisprudentie tot heden bijgewerkt.
B: Wetstechnische informatie
Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.
C: Kernproblematiek
Het artikel verklaart een aantal artikelen van overeenkomstige toepassing in geval van faillissement van de vereniging. De bepalingen die van overeenkomstige toepassing worden verklaard in geval van faillissement van de vereniging betreffen met name bepalingen over de aansprakelijkheid van bestuurders en commissarissen bij onbehoorlijk bestuur en aansprakelijkheid voor de jaarrekening. Het artikel geldt alleen voor de in artikel 2:50 BW omschreven verenigingen. Artikel 2 Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 geeft aan dat verenigingen die een onderneming drijven belastingplichtig zijn.
Dit artikel vloeit voort uit de Wetswijziging van 16 juni 1988, Stb. 305, welke bij de tweede nota toegevoegd is op advies van F.J.P. van den Ingh. Een regeling voor aansprakelijkheid voor de jaarrekening past immers bij de regeling van aansprakelijkheid van bestuurders en commissarissen bij faillissement, zie artikel 2:138 BW. In de praktijk zal op de gewone vereniging de bepaling van artikel 2:50a BW niet gauw van toepassing zijn daar deze vereniging slechts bij uitzondering onderworpen is aan vennootschapsbelasting. De bepaling is echter wel van toepassing op de coöperatie…