Naar de inhoud

Commentaar op Burgerlijk Wetboek Boek 3 art. 250 (Vermogensrecht)


Commentaar is bijgewerkt tot 04-08-2016 door mr. K.J. Krzeminski

Artikel 250 Tekst van de hele regeling

1.

De verkoop geschiedt in het openbaar naar de plaatselijke gewoonten en op de gebruikelijke voorwaarden.

2.

Bestaat het pand uit goederen die op een markt of beurs verhandelbaar zijn, dan kan de verkoop geschieden op een markt door tussenkomst van een tussenpersoon in het vak of ter beurze door die van een bevoegde tussenpersoon overeenkomstig de regels en gebruiken die aldaar voor een gewone verkoop gelden.

3.

De pandhouder is bevoegd mede te bieden.

A: Inleiding

Wat betreft wetsgeschiedenis en jurisprudentie tot heden bijgewerkt.

B: Wetstechnische informatie

Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.

C: Kernproblematiek

C.1: Wijze van verkoop

De verkoop dient in beginsel in het openbaar naar de plaatselijke gewoonten en op de gebruikelijke voorwaarden te geschieden. Indien het pand bestaat uit goederen die op een markt of beurs verhandelbaar zijn, dan kan de verkoop geschieden via een tussenpersoon of commissionair.

Artikel 3:250 lid 1 BW is van dwingend recht. Er zijn echter vier bijzondere gevallen waarin verkoop op een afwijkende wijze plaatsvindt:

  1. afwijkende vorm van verkoop krachtens rechtelijke machtiging (artikel 3:251 lid 1 BW);
  2. afwijkende vorm van verkoop krachtens overeenkomst tussen pandgever en pandhouder (artikel 3:251 lid 2 BW);
  3. executie volgens hypotheekregels (artikel 3:254 BW);
  4. executie van een uit geld bestaand pand (artikel 3:255 lid 1 jo. artikel 3:253 BW).

C.2: Pandhouder mag bieden

Op voet van lid 2 is de…