Commentaar op Burgerlijk Wetboek Boek 3 art. 33 (Arbeidsrecht)
Commentaar is bijgewerkt tot 03-10-2017 door mr. W.J.M. van Tongeren
Artikel 33 Tekst van de hele regeling
Een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard.
A: Inleiding
Ontslag nemen, ontslagname, ontslag op verzoek: dit zijn benamingen waaronder in de praktijk een ‘opzegging’ van de arbeidsovereenkomst door de werknemer voorkomt. Ontslag nemen is een handeling van de werknemer, zoals ontslag geven (verlenen) een handeling van de werkgever is.
De wet kent (arbeidsrechtelijk) ontslag nemen niet. Zowel de werknemer als de werkgever kunnen de arbeidsovereenkomst opzeggen, waarbij overigens geldt dat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd alleen tussentijds kan worden opgezegd als dat schriftelijk is overeengekomen.1
Een ambtenaar kan geen ontslag nemen of ‘opzeggen’. De ambtenaar wordt op zijn verzoek ontslag verleend en indien de ambtenaar ontslag verzoekt, wordt hem dit eervol verleend.2
Een opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werknemer is een eenzijdig gerichte rechtshandeling,3 dan wel een als rechtshandeling uit te leggen (feitelijke) handeling, in de zin van: hebben de verklaring of gedragingen van een werknemer als opzegging te gelden?
Het ontslag nemen, een opzegging, is ‘empfangsbedürftig’. De opzegging door de werknemer moet de werkgever bereiken, wil zij effect hebben. Al roept een werknemer nog zo hard CAR/UWOik neem ontslag’ en de werkgever hoort het niet dan komt er geen einde aan de arbeidsovereenkomst.
Ontslag nemen is in beginsel onherroepelijk. De werknemer kan op zijn opzegging niet terugkomen, ook niet als hij ziek is,4 tenzij de werkgever…