Commentaar op Burgerlijk Wetboek Boek 6 art. 1 (Letselschade) en (Vermogensrecht)
Commentaar is bijgewerkt tot 20-02-2018 door mr. M.P.L. Schaink
Artikel 1 Tekst van de hele regeling
Verbintenissen kunnen slechts ontstaan, indien dit uit de wet voortvloeit.
A: Inleiding
Wat betreft wetsgeschiedenis en jurisprudentie tot heden bijgewerkt.
B: Wetstechnische informatie
Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de historische informatie bij Artikel 1.
C: Kernproblematiek
C.1: Algemeen
Dit artikel heeft betrekking op de bron van verbintenissen. Een verbintenis moet worden begrepen als een vermogensrechtelijke betrekking tussen twee of meer personen, krachtens welke de een jegens de ander tot een prestatie gerechtigd is en deze jegens gene tot die prestatie verplicht is (Asser/Hartkamp & Sieburgh 6-I* 2012/6). Het artikel dient ruim te worden opgevat, in die zin dat niet is vereist dat elke verbintenis rechtstreeks op enig wetsartikel steunt. In die gevallen die niet uitdrukkelijk in de wet zijn geregeld, moet de oplossing worden aanvaard die in het stelsel van de wet past en aansluit bij de wél in de wet geregelde gevallen (MvA II, Parl. Gesch. Boek 6, p. 42). Dit is de codificatie van het arrest van de Hoge Raad van 30 januari 1959, NJ 1959, 548 (m.nt. DJV), ECLI:NL:HR:1959:AI1600 (Quint/Te Poel), waarin de Hoge Raad overwoog dat ‘uit deze woorden [“uit de wet”] geenszins volgt, dat elke verbintenis rechtstreeks op enig wetsartikel moet steunen, doch daaruit slechts mag worden afgeleid, dat in gevallen die niet bepaaldelijk door de wet zijn geregeld, de oplossing moet worden aanvaard, die in het stelsel van de wet past en aansluit bij de wél in de wet geregelde gevallen.’
De wet knoopt aan talrijke rechtsfeiten het ontstaan van een verbintenis. Deze kunnen worden onderverdeeld in rechtshandelingen, andere rechtsfeiten of -toestanden en rechterlijke uitspraken. In al deze gevallen is de gelding van de verbintenis mede gebaseerd op de wet en vloeit in die zin voort uit de wet, zoals dit artikel vereist (Asser/Hartkamp & Sieburgh 6-I* 2012/50-52).
C.2: Rechtshandelingen
De rechtshandelingen kunnen zowel meerzijdig als eenzijdig van aard zijn.
C.3: Andere rechtsfeiten of -toestanden
Andere rechtsfeiten of -toestanden waaruit een verbintenis voortvloeit, zijn onder meer (1) de onrechtmatige daad, de niet-nakoming van een verbintenis, ongerechtvaardigde verrijking en andere feiten waaraan de wet het ontstaan van een verplichting tot schadevergoeding verbindt, (2) zaakwaarneming, (3) ontbinding, vernietiging, het in vervulling gaan van een ontbindende voorwaarde en andere rechtsfeiten die leiden tot het ontstaan van een ongedaanmakingsverplichting, (4) alimentatieverplichtingen, verbintenissen tot overdracht, vestiging of afstand van beperkte rechten, regresverbintenissen, natuurlijke verbintenissen, verbintenissen voortvloeiend uit het vinden van een zaak, gemeenschap en andere situaties waaraan wetsbepalingen verbintenissen vastknopen.
C.4: Rechterlijke uitspraken
Rechterlijke uitspraken waaruit een verbintenis voortvloeit, zijn in ieder geval de veroordeling tot betaling van een dwangsom of proceskosten en de toekenning van een schadeloosstelling.
D: Jurisprudentie uitgebreid
Bij dit artikel is nog geen belangrijke jurisprudentie aanwezig.
E: Jurisprudentie nieuw
Meest recente jurisprudentie over Burgerlijk Wetboek Boek 6 artikel 1.
F: Literatuurverwijzing
- Hartkamp, A.S. en C.H. Sieburg, Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht. 6. Verbintenissenrecht. Deel I*. De verbintenis in het algemeen, eerste gedeelte, Deventer: Kluwer 2012.
- Zeben, C.J. van, J.W. du Pon en M.M. Olthof, Parlementaire Geschiedenis van het nieuwe burgerlijk wetboek. Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht, Deventer: Kluwer 1981.