Naar de inhoud

Commentaar op Burgerlijk Wetboek Boek 7 art. 614 (Arbeidsrechtartikelsgewijs)


Commentaar is bijgewerkt tot 27-09-2017 door mr. drs. K.G.F. van der Kraats en mr. J.J.M. de Laat

Artikel 614 Tekst van de hele regeling

De termijn, bedoeld in artikel 52 lid 1 onder d van Boek 3, begint met betrekking tot uit deze titel voortvloeiende vernietigingsgronden met de aanvang van de dag volgende op die waarop een beroep op het beding is gedaan.

A: Inleiding

Wat betreft wetsgeschiedenis en jurisprudentie tot heden bijgewerkt.

B: Wetstechnische informatie

Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.

C: Kernproblematiek

Artikel 7:614 BW gaat over verjaring en meer specifiek over de verjaringstermijn bij vernietiging van een rechtshandeling. De inhoud van dit artikel is een direct gevolg van de discussie die is gevoerd naar aanleiding van het wetsvoorstel houdende vaststelling van titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het Nieuw Burgerlijk Wetboek (23 438). In dat wetsvoorstel werden drie aspecten van de zogenoemde technische herziening van de regeling van de arbeidsovereenkomst naar aanleiding van de invoering van het nieuwe BW diepgaand behandeld. Een van die drie aspecten is de afstemming van de arbeidsovereenkomst op de materiële inhoud en formuleringen van de boeken 3, 5 en 6 van het Burgerlijk Wetboek. Gevolg daarvan is geweest dat in de titel van de arbeidsovereenkomst naast vele voorbeelden van nietigheid (in de bewoordingen dat niet ten nadele van de werknemer mag worden afgeweken) ook verscheidene voorbeelden zijn opgenomen met vernietigbaarheid als sanctie. Te noemen zijn artikel 7:612 lid 2 (vernietigingsgrond wegens onbekwaamheid), artikel 7:623 lid 3 (verplichting het in geld naar tijdruimte vastgestelde loon vóór bepaalde datum te voldoen), artikel 7:624 lid 5 (loon afhankelijk van uitkomsten van de te verrichten arbeid of van enig gegeven uit de administratie van de werkgever, waarbij een beroep op vernietiging alleen aan de werknemer toekomt), artikel 7:632 lid 4 (een beding met toekenning van een ruimere bevoegdheid tot verrekening is vernietigbaar, waarbij de werknemer de bijzondere bevoegdheid krijgt om elke afzonderlijke verrekeningsverklaring te vernietigen), artikel 7:647 lid 1, 2 en 3 (o.a. victimisatieverbod bij discriminatie, met bijzondere, kortere, verjaringstermijnen), artikel 7:653 (concurrentiebeding), artikel 7:677 lid 5 (opzegverboden), artikel 7:683 lid 2 (verjaring na verloop van zes maanden van de rechtsvordering in verband met vernietiging van opzegging).

Artikel 3:52 lid 1 onder d BW bevat een bepaling met betrekking tot de verjaring van de rechtsvordering tot vernietiging van de rechtshandeling. In artikel 3:52 BW worden de gevallen van onbekwaamheid (lid 1 onder a), bedreiging of misbruik van omstandigheden (lid 1 onder b), bedrog, dwaling of benadeling (lid 1 onder c) behandeld en artikel 3:52 lid 1 onder d BW bevat het geval van een andere vernietigingsgrond. De verjaring van een rechtsvordering tot vernietiging van een rechtshandeling in geval van een andere vernietigingsgrond bedraagt drie jaar nadat de bevoegdheid om deze vernietigingsgrond in te roepen aan degene aan wie deze bevoegdheid toekomt ten dienste is komen te staan. In art. 7:614 BW wordt nu, specifiek voor het arbeidsrecht, bepaald dat het “ten dienste komen te staan” ingevolge artikel 3:52 lid 1 onder d BW zich in arbeidsrechtelijke vernietigingen als volgt vertaalt: de termijn begint met de aanvang van de dag volgend op die waarop een beroep op het beding is gedaan.

D: Jurisprudentie uitgebreid

Bij dit artikel is nog geen belangrijke jurisprudentie aanwezig.

E: Jurisprudentie nieuw

Meest recente jurisprudentie over Burgerlijk Wetboek Boek 7 artikel 614.

F: Literatuurverwijzing

Bij dit artikel is nog geen belangrijke literatuur aanwezig.