Naar de inhoud

Commentaar op Burgerlijk Wetboek Boek 7 art. 620 (Arbeidsrechtartikelsgewijs)


Commentaar is bijgewerkt tot 27-09-2017 door mr. E.K.W. van Kampen

Artikel 620 Tekst van de hele regeling

1.

De voldoening van het in geld vastgestelde loon geschiedt in Nederlands wettig betaalmiddel of door girale betaling overeenkomstig artikel 114 van Boek 6.

2.

De voldoening van het in geld vastgestelde loon kan in buitenlands geld geschieden, indien dit overeengekomen is. De werknemer is echter bevoegd voldoening in Nederlands geld te verlangen met ingang van de tweede komende betaaldag. Indien omrekening nodig is, geschiedt deze naar de koers, bedoeld in de artikelen 124 en 126 van Boek 6.

3.

De voldoening van het in andere bestanddelen dan in geld vastgestelde loon geschiedt volgens hetgeen daarover is overeengekomen of, als daarover niets is overeengekomen, volgens het gebruik.

A: Inleiding

Wat betreft wetsgeschiedenis en jurisprudentie tot heden bijgewerkt.

B: Wetstechnische informatie

Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.

C: Kernproblematiek

C.1: Voldoening in geld

Art. 7:620 lid 1 BW regelt dat de werkgever een keuzebevoegdheid heeft voor de voldoening van het in geld vastgestelde loon. Voldoening van het in geld vastgestelde loon dient te geschieden (i) contant in Nederlands wettig betaalmiddel (tegenwoordig de euro) of (ii) door girale betaling ex art. 6:114 BW. De opsomming van art. 7:620 lid 1 BW is limitatief; voldoening van het loon in andere betalingsvormen, zoals een cheque, is niet toegestaan.

C.2: Voldoening in vreemde valuta

Uit art. 7:620 lid 2 BW volgt dat partijen kunnen overeenkomen dat het loon wordt uitbetaald in vreemde valuta. De werknemer mag echter van de werkgever verlangen dat betaling van het loon alsnog in euro’s wordt voldaan. De werkgever dient hieraan te voldoen met ingang van de tweede komende betaaldag. Ingeval omrekening nodig is, geschiedt deze naar de koers van de dag waarop de betaling plaatsvindt (art. 6:124 BW juncto art. 6:126 BW). Eventuele koersschade als gevolg van een te late betaling kan worden gevorderd op basis van art. 6:125 BW. Voorts is van belang te vermelden dat art. 6:123 lid 1 BW regelt dat indien een rechtsvordering wordt ingesteld ter verkrijging van een geldsom uitgedrukt in buitenlands geld, de schuldeiser de mogelijkheid heeft om betaling te vorderen in buitenlands geld of in Nederlands geld.

C.3: Niet in geld vastgesteld loon

Partijen kunnen op grond van art. 7:620 lid 3 BW ook overeenkomen dat het vastgestelde loon in andere bestanddelen dan geld geschiedt. Hierbij kan gedacht worden aan een auto van de zaak, aandelen, opties, of kost en inwoning. Indien partijen hierover niets hebben afgesproken, dan is het gebruik bepalend.

C.4: Betaling minimumloon

Als gevolg van de Wet aanpak schijnconstructies1 is met ingang van 1 januari 2016 art. 7a Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in werking getreden. In het eerste lid van dit artikel is geregeld dat, in afwijking van art. 7:620 BW, de voldoening van het minimumloon geschiedt door girale betaling overeenkomstig art. 6:114 BW. Het tweede lid voorziet in een uitzondering op deze verplichting ten aanzien van huishoudelijk personeel.

C.5: Dwingend recht

Art. 7:620 BW is van dwingend recht. Dit volgt uit art. 7:621 lid 1 BW, waarin is bepaald dat voldoening van het loon in afwijking van het bepaalde in art. 7:620 BW niet bevrijdend is. De regel met betrekking tot de koers van omrekening valt eveneens onder het dwingende regime van art. 7:621 BW.2

1
Stb. 2015, 233.
2
Kamerstukken II 1993/94, 23 438, nr. 3, p. 20.

D: Jurisprudentie uitgebreid

Bij dit artikel is nog geen belangrijke jurisprudentie aanwezig.

E: Jurisprudentie nieuw

Meest recente jurisprudentie over Burgerlijk Wetboek Boek 7 artikel 620.

F: Literatuurverwijzing

Bij dit artikel is nog geen belangrijke literatuur aanwezig.