De werkgever is verplicht bij elke voldoening van het in geld vastgestelde loon de werknemer een schriftelijke of elektronische opgave te verstrekken van het loonbedrag, van de gespecificeerde bedragen waaruit dit is samengesteld, van de gespecificeerde bedragen die op het loonbedrag zijn ingehouden, alsmede van het bedrag van het loon waarop een persoon van de leeftijd van de werknemer over de termijn waarover het loon is berekend ingevolge het bepaalde bij of krachtens de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag recht heeft, tenzij zich ten opzichte van de vorige voldoening in geen van deze bedragen een wijziging heeft voorgedaan.
Commentaar op Burgerlijk Wetboek Boek 7 art. 626 (Arbeidsrechtartikelsgewijs)
Commentaar is bijgewerkt tot 20-09-2017 door mr. E.K.W. van Kampen
Artikel 626 Tekst van de hele regeling
De opgave vermeldt voorts de naam van de werkgever en van de werknemer, de termijn waarover het loon is berekend, alsmede de overeengekomen arbeidsduur.
De werkgever verstrekt de elektronische opgave op zodanige wijze dat deze door de werknemer kan worden opgeslagen en voor hem toegankelijk is ten behoeve van latere kennisneming.
Voor het verstrekken van een elektronische opgave is uitdrukkelijke instemming van de werknemer vereist.
Van dit artikel kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken.
A: Inleiding
Wat betreft wetsgeschiedenis en jurisprudentie tot heden bijgewerkt.
B: Wetstechnische informatie
Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.
C: Kernproblematiek
C.1: Loonspecificatie
De werkgever is op grond van art. 7:626 lid 1 BW verplicht de werknemer een schriftelijke specificatie van het uit te betalen loon te verstrekken. Hierin dient het totale brutoloon te worden vermeld, waarbij wordt gespecificeerd welke bedragen op het loonbedrag zijn ingehouden. Daarnaast moet de opgave inzicht bieden in de bedragen waaruit het loon is samengesteld. Voorts moet het bruto wettelijk minimumloon waarop een persoon van dezelfde leeftijd over de desbetreffende uitbetalingstermijn aanspraak heeft, worden vermeld. Deze bedragen behoeven niet te worden vermeld als zich ten opzichte van de vorige voldoening in geen van deze bedragen een wijziging heeft voorgedaan. In alle gevallen vermeldt de opgave de naam van de werkgever respectievelijk werknemer, de termijn waarover het loon is berekend, alsmede de overeengekomen arbeidsduur (art. 7:626 lid 2 BW).
C.2: Afbakening arbeidsvoorwaarde en discretionaire regeling
Van een werkgever mag worden verwacht dat deze hetgeen voor de werknemer als arbeidsvoorwaarde respectievelijk als discretionaire regeling geldt, duidelijk oormerkt en afbakent en dit ook kenbaar maakt.1 De verplichting daartoe ligt in het verlengde van art. 7:655 BW (schriftelijke opgave inhoud arbeidsovereenkomst) en art. 7:626 BW (loonstrook) en vormt tevens een eis van goed werkgeverschap. Dit geldt temeer als het gaat om een emolument dat een aanzienlijke waarde vertegenwoordigt, zoals een optieregeling. Als algemeen gezichtspunt heeft te gelden dat een eenzijdig door de werkgever opgestelde arbeidsvoorwaarde in geval van twijfel over de uitleg ervan ten gunste van de werknemer moet worden uitgelegd.2 Onduidelijkheid valt dus in beginsel in de risicosfeer van de werkgever.3
C.3: Elektronische opgave
Het is de werkgever toegestaan om de loonopgave elektronisch te verschaffen, mits de uitdrukkelijke instemming van de werknemer is verkregen (art. 7:626 lid 1 BW juncto art. 7:626 lid 4 BW). De bewijslast ter zake van de verkregen instemming ligt bij de werkgever. De opgave dient op grond van art. 7:626 lid 3 BW op zodanige wijze te worden verstrekt dat deze kan worden bewaard, zodat de werknemer er op een later moment kennis van kan nemen. Van belang is voorts dat de opgave daadwerkelijk bij de werknemer terecht komt. Een bericht bereikt de werknemer zodra het op de e-mailserver van de provider, in de persoonlijke e-mailbox van de werknemer is ontvangen. Plaatsing op een (persoonlijke) internetpagina is onvoldoende om te voldoen aan de verplichting van de werkgever om de opgave te verstrekken.4
C.4: Dwingend recht
Van dit artikel kan ingevolge art. 7:626 lid 5 BW niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken. Rechtshandelingen in strijd met art. 7:626 BW kunnen door de werknemer worden vernietigd. Indien de werkgever de loonspecificaties niet of niet tijdig verschaft, rust hierop evenwel geen sanctie. Eventueel kan in rechte afgifte van de loonspecificatie door middel van een dwangsom worden afgedwongen.
C.5: Wet aanpak schijnconstructies
Met de Wet aanpak schijnconstructies5 beoogt de regering onder meer de eisen die aan een loonstrook worden gesteld te verduidelijken. Vanaf 1 januari 2016 schrijft art. 7:626 lid 1 BW voor dat de bedragen waaruit het loon is samengesteld, waaronder eventuele onkostenvergoedingen, alsmede de bedragen die op het loon zijn ingehouden gespecificeerd moeten zijn. Het doel is dat de werknemer en de Inspectie SZW beter inzicht krijgen in de betalingen, en de aard en hoogte daarvan, die zijn verricht ten gunste van de werknemer. Uit de specificatie op de loonopgave zal per 1 januari 2016 bijvoorbeeld moeten blijken of de werkgever een onkostenvergoeding heeft verstrekt en of een voorschot op het loon is verrekend. Alleen het melden van het bedrag aan bijvoorbeeld verrekeningen en onkostenvergoedingen is niet voldoende. Ook deze componenten zullen verder gespecificeerd dienen te worden door aan te geven waarvoor een onkostenvergoeding verstrekt is of welke inhoudingen er op het loon gedaan zijn. 6
D: Jurisprudentie uitgebreid
Bij dit artikel is nog geen belangrijke jurisprudentie aanwezig.
E: Jurisprudentie nieuw
Meest recente jurisprudentie over Burgerlijk Wetboek Boek 7 artikel 626.
F: Literatuurverwijzing
Bij dit artikel is nog geen belangrijke literatuur aanwezig.