Naar de inhoud

Commentaar op Burgerlijk Wetboek Boek 7 art. 675 (Arbeidsrechtartikelsgewijs)


Commentaar is bijgewerkt tot 27-09-2017 door mr. N.T.A. Zeeuwen

Artikel 675 Tekst van de hele regeling

De arbeidsovereenkomst eindigt niet door de dood van de werkgever, tenzij uit de overeenkomst het tegendeel voortvloeit. Echter zijn zowel de erfgenamen van de werkgever als de werknemer bevoegd de arbeidsovereenkomst, voor een bepaalde tijd aangegaan, op te zeggen met inachtneming van de artikelen 670 en 672, als ware zij aangegaan voor onbepaalde tijd. Wanneer de nalatenschap van de werkgever ingevolge artikel 13 van Boek 4 wordt verdeeld, komt de bevoegdheid van de erfgenamen, bedoeld in de vorige zin, toe aan zijn echtgenoot of geregistreerde partner.

A: Inleiding

Wat betreft wetsgeschiedenis en jurisprudentie tot heden bijgewerkt.

B: Wetstechnische informatie

Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.

C: Kernproblematiek

De arbeidsovereenkomst eindigt niet van rechtswege door de dood van de werkgever, tenzij anders is overeengekomen of uit de aard van de overeenkomst het tegendeel voortvloeit.1 In geval van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd hebben zowel de erfgenamen van de werkgever als de werknemer op grond van dit artikel het recht de arbeidsovereenkomst tussentijds op te zeggen, als ware er sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Deze bepaling is van belang voor de situatie waarin geen tussentijdse opzegmogelijkheid in de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is overeengekomen. Art. 7:670 BW aangaande de opzegverboden dient door de erfgenamen van de werkgever bij de opzegging in acht te worden genomen. Verder geldt dat beide partijen bij de opzegging art. 7:672 BW in acht moeten nemen. Wanneer de nalatenschap van de werkgever ingevolge…