Indien de zee-arbeidsovereenkomst is aangegaan bij de reis en ten gevolge van overmacht de reis niet aanvangt of, nadat zij is aangevangen, wordt gestaakt, eindigt de zee-arbeidsovereenkomst. De zeevarende heeft in het laatstbedoelde geval recht op schadevergoeding gelijk aan het in de zee-arbeidsovereenkomst naar tijdruimte in geld vastgestelde loon, totdat hij in het land van zijn woonplaats of gewone verblijfplaats kan zijn teruggekomen of hij eerder werk heeft gevonden.
Commentaar op Burgerlijk Wetboek Boek 7 art. 729 (Arbeidsrechtartikelsgewijs)
Commentaar is bijgewerkt tot 27-09-2017 door mr. E.F.V. Boot en prof. mr. dr. G.W. van der Voet
Artikel 729 Tekst van de hele regeling
Lid 1 geldt eveneens als de zeevarende zich uitsluitend verbonden heeft aan boord van een bepaald zeeschip dienst te doen en dit zeeschip vergaat, ook als de zee-arbeidsovereenkomst niet bij de reis is aangegaan.
A: Inleiding
Wat betreft wetsgeschiedenis en jurisprudentie tot heden bijgewerkt.
B: Wetstechnische informatie
Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.
C: Kernproblematiek
Art. 7:729 lid 1 BW, dat is ontleend aan art. 440 WvK (oud), bepaalt dat de bij de reis aangegane (tijdelijke) zeearbeidsovereenkomst eindigt als de reis ten gevolge van overmacht (bijv. schipbreuk) niet aanvangt of wordt gestaakt. In geval van het staken van de reis heeft de zeevarende recht op het naar tijdruimte in geld vastgestelde loon, totdat hij in het land van zijn woonplaats of gewone verblijfplaats kan zijn teruggekomen of totdat hij eerder werk heeft gevonden.
Op grond van het tweede lid eindigt de zeearbeidsovereenkomst ook…