Indien een der partijen bij ontbinding van de kredietovereenkomst wegens een tekortkoming van de kredietnemer in de nakoming van zijn verbintenissen in een betere vermogenstoestand zou geraken dan bij het in stand blijven van de kredietovereenkomst, vindt volledige verrekening plaats.
Commentaar op Burgerlijk Wetboek Boek 7 art. 92 (Vermogensrecht)
Commentaar is bijgewerkt tot 17-04-2017 door mr. F. El Houzi
Artikel 92 Tekst van de hele regeling
1.
2.
Een beding waarbij de kredietgever zich de bevoegdheid voorbehoudt de waarde van de terug ontvangen zaak te bepalen, laat de bevoegdheid van de wederpartij deze waarde nader door de rechter te laten vaststellen onverlet.
A: Inleiding
Wat betreft wetsgeschiedenis en jurisprudentie tot heden bijgewerkt.
B: Wetstechnische informatie
Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de historische informatie bij Artikel 92.
C: Kernproblematiek
Lid 1 van artikel 7:92 BW beoogt te voorkomen dat zowel de kredietgever als de kredietnemer door de ontbinding van de overeenkomst in een betere vermogenstoestand zal verkeren. De onredelijke bevoordeling is daarin gelegen dat de kredietgever na ontbinding de zaak terugvordert én de betaalde termijnen onder zich houdt. Indien daarvan sprake is vindt volledige verrekening plaats. De regel vloeit voort uit het vervallen artikel 7A:1576t BW, met dien verstande dat de regel thans is uitgebreid tot alle overeenkomsten van goederenkrediet terwijl het vervallen artikel 7A:1576t louter van toepassing was op huurkoop.
Uit redactie ‘een der partijen’ houdt mede rekening met het geval dat aan de zijde van de kredietgever sprake is van meer partijen, zoals een leverancier (MvT, Kamerstukken II 2015/16, 34442, 3, p. 31-32).
Lid 2 geeft de kredietnemer de bevoegdheid om de waarde van de terug te geven zaak vast te laten stellen door een rechter, indien in de overeenkomst wordt bedongen dat de waarde van de terug te ontvangen zaak eenzijdig door de kredietgever zal worden bepaald en dat deze bepaling de wederpartij bindt. Dit artikel is van dwingende aard (MvT, Kamerstukken II 2015/16, 34442, 3, p. 31-32).
D: Jurisprudentie uitgebreid
Bij dit artikel is nog geen belangrijke jurisprudentie aanwezig.
E: Jurisprudentie nieuw
Meest recente jurisprudentie over Burgerlijk Wetboek Boek 7 artikel 92.
F: Literatuurverwijzing
Bij dit artikel is nog geen belangrijke literatuur aanwezig.