Het faillissement van de persoon die in enige gemeenschap van goederen gehuwd is of in enige gemeenschap van goederen een geregistreerd partnerschap is aangegaan, wordt als faillissement van die gemeenschap behandeld. Het omvat, behoudens de uitzonderingen van artikel 21, alle goederen, die in de gemeenschap vallen, en strekt ten behoeve van alle schuldeisers, die op de goederen der gemeenschap verhaal hebben. Goederen die de gefailleerde buiten de gemeenschap heeft, strekken slechts tot verhaal van schulden die daarop verhaald zouden kunnen worden, indien er generlei gemeenschap was.
Commentaar op Faillissementswet art. 63 (OR-insolventierecht)
Commentaar is bijgewerkt tot 01-10-2017 door mr. R.W.A. Brunninkhuis
Artikel 63 Tekst van de hele regeling
Bij het faillissement van een schuldenaar die in gemeenschap van goederen gehuwd is of die in gemeenschap van goederen een geregistreerd partnerschap is aangegaan, zijn de bepalingen van deze wet omtrent handelingen door de schuldenaar verricht, toepasselijk op de handelingen waardoor de gemeenschap wettig verbonden is, onverschillig wie van de echtgenoten onderscheidenlijk van de geregistreerde partners deze verrichtte.
A: Inleiding
Het faillissement van de in enige gemeenschap gehuwde echtgenoot c.q. geregistreerde partner wordt volgens artikel 63 Fw behandeld als het faillissement van die gemeenschap; zie in dit verband tevens artikel 22 Fw. Artikel 63 Fw geeft overigens in lid 1 – naast een bepaling inzake de omvang van de failliete boedel – enkele regels van verhaal, te weten welke schuldeisers verhaal hebben op de goederen van de gemeenschap en welke op het privévermogen van de failliet, terwijl lid 2 ziet op de vraag wat rechtens is wanneer de gemeenschap is gebonden door handelingen van de niet-gefailleerde echtgenoot.