Commentaar op Opiumwet 8j, 8k
Commentaar is bijgewerkt tot 06-09-2016 door mr. C.M. Gerritsma-Breur
Artikel 8j Tekst van de hele regeling
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn belast de ambtenaren van het Staatstoezicht op de volksgezondheid.
Artikel 8k Tekst van de hele regeling
Met het opsporen van de in deze wet strafbaar gestelde feiten zijn, onverminderd artikel 141 en artikel 142, eerste lid, aanhef en onder a en b, van het Wetboek van Strafvordering, belast de ambtenaren, bedoeld in artikel 8j, en de ambtenaren van de rijksbelastingdienst, bevoegd inzake douane.
A: Inleiding
Artikel 8k Opw bepaalt dat, naast algemene opsporingsambtenaren (artikel 141 Sv), de toezichthoudende ambtenaren als bedoeld in artikel 8j Opw tevens belast zijn met het opsporen van de in de Opiumwet strafbaar gestelde feiten. Dit zijn ambtenaren van het Staatstoezicht op de volksgezondheid en de ambtenaren van de belastingdienst, bevoegd inzake douane. De toezichthouders genoemd in artikel 8j Opw is op grond van artikel 8k Opw dus een opsporingsbevoegdheid toebedeeld. In de regel worden ambtenaren met een algemene opsporingsbevoegdheid ook aangewezen als toezichthouder. Dat is hier echter niet het geval. De opsporingsambtenaren (artikel 8k Opw jo. artikel 141 Sv) hebben geen toezichthoudende bevoegdheden, maar wel de in artikel 9 Opw genoemde opsporingsbevoegdheden. De toezichthoudende ambtenaren hebben daarnaast ook aan de Algemene wet bestuursrecht ontleende bevoegdheden (artikel 5:15 Awb e.v.). Dit zijn het betreden van plaatsen met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner (artikel 5:15 Awb), het vorderen van inlichtingen (artikel 5:16 Awb), het vorderen van inzage van een identiteitsbewijs (artikel 5:16a Awb), en het vorderen van inzage van zakelijke gegevens en bescheiden (artikel 5:17 Awb Zie voor een voorbeeld (met toepassing van de inmiddels vervallen circulaire 1997) Raad van State, 15 juni 2005, ECLI:NL:RVS:2005:AT7405, het onderzoeken, opnemen en monsters nemen van zaken (artikel 5:18 Awb) en het onderzoeken van vervoermiddelen (artikel 5:19 Awb). In het kader van de Opw moet onder meer toezicht gehouden worden op erkende groothandel.
B: Wetstechnische informatie
Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de historische informatie bij Artikel 8j, Artikel 8k.
C: Kernproblematiek
C.1: Bevoegde ambtenaren
De huidige wet wijst drie categorieën ambtenaren aan die belast zijn met de opsporing van Opiumwetdelicten: algemene opsporingsambtenaren (zie onder C.1.1), ambtenaren van het Staatstoezicht op de volksgezondheid (zie onder C.1.2) en ambtenaren van de belastingdienst, bevoegd inzake douane (zie onder C.1.3). Een wetsvoorstel beoogt deze kring uit te breiden naar ambtenaren van politie en van de Koninklijke Marechaussee die krachtens artikel 142 lid 1 Sv zijn belast met de opsporing van strafbare feiten. Hierdoor zullen bijvoorbeeld bij de politie werkzame forensische accountants en bij de marechaussee werkzame arrestanten- en passantenbewakers op Schiphol ook voor de opsporing van Opiumwetdelicten kunnen worden ingezet.1
C.1.1: Algemeen opsporingsambtenaren
Opsporingsambtenaren die in artikel 141 Sv zijn aangewezen, hebben een algemene opsporingsbevoegdheid. Zij mogen alle strafbare feiten opsporen, dus ook de feiten die in de Opiumwet strafbaar zijn gesteld.
C.1.2: Ambtenaren van Staatstoezicht op de volksgezondheid
Uit artikel 1 Besluit Staatstoezicht op de volksgezondheid volgt dat dit Staatstoezicht bestaat uit de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ).2 Ook de Inspectie Jeugdzorg wordt hiertoe gerekend.3 Het Staatstoezicht heeft mede tot taak ‘het toezicht op de naleving en de opsporing van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens wettelijke voorschriften op het gebied van de volksgezondheid, een en ander voor zover de ambtenaren van het Staatstoezicht daarmede zijn belast bij of krachtens wettelijk voorschrift’ (artikel 36 lid 1 onder b Gezondheidswet). Dit toezicht strekt zich uit tot een groot aantal wetten met betrekking tot de volksgezondheid, waaronder de Opiumwet, maar ook de Kwaliteitswet zorginstellingen, de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen en de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg.4 Het toezicht op Bonaire, Sint Eustatius en Saba is beperkt tot een kleiner aantal wetten, zie artikel 38 lid 2 Gezondheidswet. De administratieve bevoegdheden die de ambtenaren kunnen toepassen, zijn beschreven in artikel 39 Gezondheidswet.
C.1.3: Ambtenaren van Belastingdienst/Douane
Deze categorie ambtenaren ziet met name op de opsporing van Opiumwetdelicten die verband houden met het grensoverschrijdende verkeer (drugssmokkel).5 Als toezichthouder op grond van artikel 8j Opw zijn zij onder andere bevoegd ter controle op de naleving van de Opiumwet zaken te onderzoeken en verpakkingen te openen. Daarbij is niet vereist dat sprake is van een verdenking ter zake van enig strafbaar feit.6 Indien zij bij deze controle stuiten op (vermoedelijke) opiumdelicten, dan mogen zij deze als opsporingsambtenaar vervolgens ex artikel 8k Opw opsporen. Ambtenaren van de Belastingdienst/Douane hebben op grond van artikel 3 Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Belastingdienst/Douane 2012 7 een algemene opsporingsbevoegdheid. In 2008 trad een wet in werking waarmee de verwijzing naar deze ambtenaren in artikel 8j Opw is komen te vervallen, omdat hun toezichthoudende bevoegdheden voortaan worden geregeld in de Algemene Douanewet. In de bijzondere wetgeving, waaronder de Opiumwet, is een verwijzing naar deze ambtenaren wat de toezichthoudende bevoegdheden betreft dan niet meer nodig. Om ervoor te zorgen dat zij wel hun opsporingsbevoegdheden behouden, blijft dit uitdrukkelijk in artikel 8k Opw vermeld.8
C.2: Andere opsporingsambtenaren
Op grond van artikel 142 lid 3 Sv kan de Minister van Veiligheid en Justitie ook andere ambtenaren dan genoemd in de artikelen 8j en 8k Opw belasten met de opsporing van feiten die in de Opiumwet strafbaar zijn gesteld. Een voorbeeld: de ambtenaren werkzaam bij de Dienst Vervoer en Ondersteuning van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, verantwoordelijk voor het vervoer van o.a. arrestanten en gedetineerden, mogen op grond van artikel 3 lid 1 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaren Dienst Vervoer & Ondersteuning 2014 (dat doorverwijst naar Domein VI Generieke Opsporing van bijlage A-I van de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar) alle strafbare feiten opsporen, waaronder die van de Opiumwet.9
C.3: Opsporingsbevoegdheden
Naast de opsporingsbevoegdheden van het Wetboek van Strafvordering heeft de opsporingsambtenaar ook enkele bijzondere bevoegdheden: het betreden van plaatsen (artikel 9 lid 1 Opw), onderzoek aan lichaam en kleding (artikel 9 lid 2 Opw) en inbeslagneming (artikel 9 lid 3 Opw). De Opiumwet biedt geen basis voor een doorzoeking; deze dient op grond van het Wetboek van Strafvordering plaats te vinden.
D: Jurisprudentie uitgebreid
D.1: Belastingdienst/Douane
HR 2 oktober 2007, NJ 2007, 645, ECLI:NL:HR:2007:BA7911 ;tijdens een 100%-controle neemt een douaneambtenaar bij het openen van een verpakking van een in een rolkoffer aangetroffen pakje suiker een chemische geur waar, hetgeen leidt tot verdenking van overtreding van de Opw. Hoge Raad bevestigt het oordeel van het Hof dat artikel 8j Opw jo. artikel 5:11 en 5:18 Awb een toereikende wettelijke grondslag biedt voor de in het kader van de onderhavige 100%-controle door de douaneambtenaren uitgeoefende bevoegdheid de tas van de verdachte te onderzoeken. Voor de toepassing van de in artikel 8j Opiumwet bedoelde controlebevoegdheid is niet vereist dat sprake is van een verdenking ter zake van enig strafbaar feit.
E: Jurisprudentie nieuw
Meest recente jurisprudentie over Opiumwet artikel 8j; artikel 8k.
F: Literatuurverwijzing
- Cleiren, C.P.M., J.H. Crijns en M.J.M. Verpalen (red.), Tekst & Commentaar: Strafrecht, Deventer: Kluwer 2014.
- Gritter, E., G. Knigge en N.J.M. Kwakman, De WED op de helling, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2005.
- Hoekendijk, M.G.M., Strafvordering voor de Hulpofficier 2015, Deventer: Kluwer 2014.