Commentaar op Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering art. 723 (Burgerlijkprocesrecht)
Commentaar is bijgewerkt tot 02-08-2017 door mr. J.W. Westenberg
Artikel 723 Tekst van de hele regeling
De in artikel 477 bedoelde verplichting van de derde en de in 477a bedoelde bevoegdheden van de executant gaan niet in voordat vier weken sedert de in het vorige artikel bedoelde betekening zijn verstreken.
A: Inleiding
Heeft betekening van de voor tenuitvoerlegging vatbare executoriale titel aan de derde-beslagene plaatsgevonden, dan hoeft deze nog niet terstond af te geven. De verplichting van artikel 477 Rv, het afgeven, gaat eerst in vier weken nadat betekend is. De executant moet eveneens vier weken wachten voordat hij de procedure van artikel 477a Rv, vordering tot veroordeling als was de derde de schuldenaar respectievelijk verbetering van de verklaring, kan beginnen.
De invoering van de wetsvoorstellen KEI brengt in (de toepassing van) dit artikel geen wijziging.
B: Wetstechnische informatie
Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.
C: Kernproblematiek
C.1: Afgifte en verklaring aantasten
Zodra met de betekening van artikel 722 Rv het conservatoire beslag voor de derde in een executoriaal beslag is overgegaan is hij tevens gehouden de goederen, waaromtrent hij heeft verklaard af te geven (zie artikel 477 Rv en Sdu Commentaar Burgerlijk Procesrecht, artikel 477 Rv). Deze afgifteverplichting gaat pas in vier weken nadat de betekening als in artikel 722 Rv bedoeld heeft plaatsgevonden.
De derde heeft al eerder, zie artikel 720 Rv en de verwijzing daarin naar artikel 476a Rv, een verklaring afgelegd.
Denkt de executant dat deze verklaring niet juist is, dan kan hij die, zodra vier weken na bedoelde…