De algemene beginselen van het Unierecht en het privaatrecht
I. Inleiding
1. Van het recht van de Europese Unie maken algemene beginselen deel uit. Het zijn fundamentele gerechtigheidsnormen van de Unie en haar lidstaten,1 ‘deeply rooted principles without which a civilized society would not exist’.2 Zij hebben naar hun aard een algemeen overkoepelend karakter.3
Volgens de recente rechtspraak van het Hof van Justitie hebben zij een grondwettelijk karakter c.q. een constitutionele waarde.4 Zij behoren tot het primaire recht, dus zij staan op één lijn met de verdragen (het EU-verdrag, het WEU-verdrag en het Handvest van de grondrechten). Een auteur heeft erop gewezen dat het principieel geen verschil kan uitmaken of wij spreken over de toepasselijkheid van geschreven primair Unierecht of van algemene beginselen die tot het primaire Unierecht behoren.5
Dat lijkt mij in beginsel juist. Hier wil ik onderzoeken of het ook geldt voor de verhouding tussen de algemene beginselen van Unierecht en het privaatrecht.
2. Aan algemene beginselen van Unierecht worden drie of vier functies toegeschreven.6 Zij spelen een rol bij de interpretatie van wetsbepalingen, bij de aanvulling van lacunes en als toetssteen van de legaliteit van wetgeving. Uiteraard speelt dit zowel bij secundaire Uniewetgeving (richtlijnen en verordeningen) als bij nationale wetgeving die in het bereik van het Unierecht valt. Daarnaast wordt ook wel genoemd de functie bij het creëren van rechtsmiddelen, maar dat kan men ook opvatten als een specifiek geval van aanvulling van lacunes (dat soms overloopt in correctie van bestaande wetgeving).7
Aan de aanvullende en controlerende functies zijn de onderdelen II en III gewijd.
Evenals geschreven Unierecht kunnen algemene beginselen…