De bevooroordeelde rechter
De rechter van nu kan niet meer rekenen op vanzelfsprekend gezag bij de burger. De meeste burgers zijn nu eenmaal niet langer onder de indruk van rangen, standen en titels. Legaal en traditioneel gezag zijn niet meer voldoende. Het verwerven van persoonlijk gezag is gaandeweg steeds belangrijker geworden. Een gezag dat stoelt op vertrouwen.
Vele beoefenaren van vertrouwensfuncties (o.a. notarissen, artsen, politiemensen, accountants) zijn zich in toenemende mate ervan bewust geworden dat vertrouwen verdiend moet worden. Meer dan ooit geldt het oud adagium: vertrouwen komt te voet en gaat te paard.
De rechtzoekende moet er blindelings op kunnen vertrouwen dat zijn zaak door een rechter eerlijk, onbevangen en onbevooroordeeld wordt behandeld. Nationale kiezersonderzoeken peilen regelmatig het vertrouwen van de bevolking in de rechter. Het gemeten percentage ligt steeds boven de 70%. Het vertrouwen in het rechtssysteem scoort aanzienlijk lager, tussen 35% en 45%.
Onbevooroordeeld
Een rechter kan als het gaat om onbevooroordeeldheid voor een aantal problemen komen te staan.
Het behandelen van zaken van familie, vrienden, kennissen, collega’s, buurtgenoten, elftalleden, kerkleden, enz. is doorgaans niet verstandig. Veelal staat de enkele kennis die men over iemand heeft reeds een onbevangen oordeel in de weg. Bovendien sta je niet altijd onafhankelijk tegenover zo iemand.
Voorts zou het behandelen van een zaak over een onderwerp waarover men een, al dan niet gepubliceerde, geharnaste mening heeft wel eens het zicht op andere oplossingsrichtingen kunnen benemen, althans bemoeilijken.
Ik noem verder de bedreigingen voor vervuiling van het rechterlijk oordeel die te maken hebben met eigenheden van de rechtzoekende…