Naar de inhoud

De circulaire vraag

Dit keer gaat het in deze rubriek over de circulaire vraag, een echte klassieker afkomstig uit de gezins- en relatietherapie en inmiddels ook een goede bekende in het domein van de conflictbemiddeling. Maar bekend maakt in dit geval nog niet bemind. De circulaire vraag fascineert, maar roept ook huiver op. Hoe weet ik welke vraag ik moet stellen? En wat roep ik op aan antwoorden waar ik vervolgens geen raad mee weet?

Een circulaire vraag is een vraag waarbij iemand uitgenodigd wordt om iets over een ander te zeggen in het bijzijn van die ander. Een circulair interview, bestaande uit een reeks van dit type vragen, duiden we ook wel aan als ‘constructief roddelen’. Men zegt wat men denkt over de ander, niet tegen een collega bij het koffieapparaat die er precies hetzelfde over denkt, maar waar die ander bij is.

Dat maakt ‘de roddel’ op twee manieren constructief. Ten eerste hoor je hoe er over jou gedacht wordt: welke beelden er over jou bestaan, welke motieven en drijfveren jou worden toegedicht, etc. Daarmee ver­- liest de echte roddel zijn ondermijnende invloed en krijg je de gelegenheid om op de denkbeelden over jou te rea­geren, in woord én gedrag. Ten tweede zal de spreker zijn woorden zorgvuldiger kiezen in de wetenschap dat jij meeluistert.

Circulaire vragen helpen de bemiddelaar om:

  1. de onderlinge verhoudingen expliciet te maken (bijvoorbeeld: er is een gespannen relatie tussen Joop en Koos, Mieke en Joke tonen zich voorzichtige bondgenoten van Koos en Ans probeert om geen partij te kiezen);

  2. de opvattingen over de motieven van de ander…