Naar de inhoud

De notaris als doelwit in het vizier

Dit artikel is het zesde in de Rode draad Goed of fout, min of meer: grip op ethiek en integriteit, die van start is gegaan in het WPNR 2017/7154.

De vorige bijdrage is verschenen in het WPNR 2017/7161.

Schiet het Openbaar Ministerie ook altijd raak?

Vele ogen die kijken

De notaris oefent als ambtenaar binnen de rechtsorde een verantwoordelijke taak uit. Zijn doen en laten wordt van diverse kanten kritisch gevolgd en bekeken. Maakt de notaris een misstap of lijkt het daarop, dan zal daar door diverse ogen naar gekeken worden. Om te beginnen bestaat er vanuit de beroepsgroep zelf, de intercollegiale kwaliteitstoetsing zoals die is geregeld in de Verordening op de kwaliteit. Het gaat daarbij om onafhankelijk onderzoek door notariële deskundigen naar de wijze waarop de notaris voldoet aan de voor hem geldende normen van kwaliteit en integriteit. Dat onderzoek vindt plaats op basis van gesprekken en het doornemen van dossiers met de notaris en medewerkers van de notaris. Het notariaat heeft een eigen, externe toezichthouder, verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van hetgeen bij of krachtens de Wet op het notarisambt is voorgeschreven: het Bureau Financieel Toezicht (art. 110 Wna). De notaris dient zorg te dragen voor een kantoorklachtenregeling (art. 2 Verordening Klachten- en geschillenregeling). Als een klacht niet naar tevredenheid van de cliënt is opgelost, verwijst de notaris de cliënt door naar de geschillencommissie (art. 3 VKG). De klachten- en geschillenregeling is van toepassing op de dienstverlening van de notaris. En dan zijn er de rechterlijke instanties die zich over het doen en laten van de notaris…