Naar de inhoud

De stille maatschap in het openbare handelsregister

1. Inleiding

Het in 1918 ingestelde handelsregister fungeerde oorspronkelijk als een register van bedrijfsgegevens. De doelstellingen waren het bevorderen van de rechts zekerheid in het economisch verkeer en van de economische belangen van handel, industrie, ambacht en dienstverlening. Omdat voor derden belangrijke gegevens over bedrijven vanaf nu kenbaar waren uit een openbaar register, kon bijvoorbeeld een leverancier die een overeenkomst sloot met een bedrijf er door raadpleging van dit register achter komen of degene die het bedrijf vertegenwoordigde wel tekeningsbevoegd was. Gegevens over beroepsuitoefening konden niet worden ingeschreven. Met de inwerkingtreding van de Handelsregisterwet 1996 werd onder andere de kring van inschrijvingsplichtige rechtspersonen verbreed (ook verenigingen en stichtingen moesten in het handelsregister worden opgenomen)2, maar de uitoefening van een beroep was nog steeds niet voor inschrijving vatbaar.3 De Handelsregisterwet 2007 maakte het handelsregister tot een basisregister van ondernemingen en rechtspersonen. Het handelsregister kreeg hiermee een extra doel: het bijdragen aan het efficiënt functioneren van de overheid. In het handelsregister worden nu niet alleen meer gegevens op - genomen die voor een ieder openbaar zijn, maar ook gegevens die alleen door bestuursorganen zijn te raadplegen zoals burgerservicenummers.4 Het begrip ‘onderneming’ is met de inwerkingtreding van de Handelsregisterwet 2007 ook verruimd: er wordt niet langer een onderscheid gemaakt tussen ‘beroep’ en ‘bedrijf’, zodat ook het uitoefenen van een beroep voortaan kan kwalificeren als het drijven van een onderneming. De kring van ingeschrevenen is hiermee uitgebreid tot vrije beroepsbeoefenaren zoals advocaten en notarissen: zij dienen hun eenmansonderneming in te schrijven in het handelsregister op grond van art. 5 lid 1 sub b Handelsregisterwet 2007. Werken…